Interest van Holland, ofte gronden van Hollands-Welvaren
(1662)–Pieter de la Court– AuteursrechtvrijCap. XXVIII.
| |
[pagina 89]
| |
grooter beletsels tegen de koopmanschap waren, als in Holland. Namentlik, onder alle Monarchen die ondragelike lasten, hier voren genoemt, sonder vryheid van Religie, behalven in Poolen. En in alle de Oostersche Steden werden, door de Monopolien der Borgerschap en Gildens, alle vremdelingen buiten de negotie en handwerken gesloten; en geen Religie toegelaten als eene: sulks, voornemelik in den beginne der troublen hier noch geen soo kennelike Monarchale regeeringe zijnde, maar wel vryheid van Religie, Borgerschap en Gildens, met kleine tollen, alleen tot beveiling der zee strekkende; niet wonder is, indien de selve zich hier heeft nedergeset. Ten tweeden, vermits dese LandenGa naar margenoot+ moesten oorlogen tegen haar eigen machtigen Heer, en dat de selve minst versoenelik was tegen den Kapitain Generaal, so en konde ook de selve zijn eigen land-goederen en leven niet behouden, dan met dese kleine landen naar zijn vermogen te doen welvaren, en daar in ook te subsisteeren: want by soo verre den gemelden Kapitain Generaal in die tijden niet seer sorgvuldiglik de gunst en liefde van de Regeerders, en Ingesetenen, door 't besorgen van haar algemeen welvaren, geconserveert, en meer en | |
[pagina 90]
| |
meer getracht hadde tot sich te trekken, soo soude hy waarlik pericul geloopen hebben, van dat men wederom tot eenige versoeninge met den Grave hadde mogen verstaan. Welke versoeninge, hoe voordeelige besprekken die ook, tot gerustheid van den Kapitain Generaal, hadde mogen inhouden, noodsakelik de ruïne van den selven Kapitain Generaal soude hebben moeten naar sich slepen, en in het korte of in 't lange veroorsaken. Immers, soo haast en is die vreese des Kapitains Generaal niet voorby geweest, of hy heeft het welvaren van 't Land versuimt, om zijn eigen te vergrooten. Dus stelde hy sich in alle manieren tegen den Treves. en daar na heeft men gesien, dat men niet alleen alle de macht van het Land, maar ook ongeloovelike sommen van penningen op renten gelicht heeft, om te doen alsoo glorieuse en voordeelige conquesten voor den Kapitain Generaal, als schadelike en altijd lastige voor Holland, terwijle de goede Ingesetenen van Holland schandelik op zee zijn berooft en geplonderd geworden. En hoe weinig de Kapitain Generaal, ofte die doen regeerde, tot dese jegenwoordige vrede met Spanjen genegen was, blijkt daar uit, dat de Koning hem in het particulier daar toe moeste bewe- | |
[pagina 91]
| |
gen, met hem te vereeren het Marquisat van Bergen, Turnhout, Sevenbergen, en het Graafschap van Montfoort, als mede noch jareliks een somme van penningen. Ia dat meer is, de Kapitain Generaal is eenmaal in volle Vrede ofte Treves, met gewapender hand door de Hollandsche Steden omgetrokken, om de Regeerders, naar zijn eigen sinnelikheid, af en aan te setten: en eenmaal is het hem mislukt, de voornaamste koopstad door verrassing en krijgsmacht in te nemen. Sulks, indien de selve omtrent drie maanden daar na niet was komen te sterven, men in korte jaren zoude hebben gesien, of niet alsoo gewisselik Holland, en voor eerst Amsterdam, alle den koophandel zoude hebben verlooren, door een twist tegen haar eigen Gouverneur en Kapitain Generaal, als wel eertijds Vlaanderen en Brugge van hare negotie zijn berooft geworden door den twist tegen den Erts-Hertog Maximiliaan. |
|