Interest van Holland, ofte gronden van Hollands-Welvaren
(1662)–Pieter de la Court– AuteursrechtvrijCap. XXVI.
| |
[pagina 71]
| |
raals in vrede soo noodsakelik niet zijn, en dat hare deugd meest in den oorlog uitsteekt, soo verwarren zy gedurig de geheele wereld. Maar daarenboven is klaar dat niemand iets als eigen in sekerheid kan besitten in een land daar maar een groot Heer is, met een gedurige krijgsmacht; men geve hem zoodanige naam, en men limitere zijn autoriteit over de krijgsluidenGa naar margenoot+ zoodanig als men wil. Alle de soldaten en sullen niet alleen hem gehoorsamen in spijt der betaalds-Heeren, en politike limiteerders; maar het over alle onwetende volk sal sich altijds op de zijde van een milddadig, beleeft en couragieus tyran voegen: sulks de kloekste en eerlikste Regenten gedwongen, en de andere vrywillig; de eersten om niet lijf en eere te verliesen, de anderen om meer gelds en machts te bekomen, alle palen en landen des gekooren hoofds laten overtreden, ofte zelfs breken zullen. En vermits alle zoodanige Heeren koninglik hof houden, 't zy de selve Koning, Prins, Hertog, Graaf, Gouverneur, Protecteur, Stadhouder, Kapitain Generaal, &c. werden genoemd (aan de naam is niet gelegen) soo drukken zy en door haar krijgsmacht en door de hof houding alle onderdanen, voornementlik de koopluiden, ondragelik; want die Heeren, haar favoriten, en soldaten, | |
[pagina 72]
| |
alle quade huyshouders zijnde, soeken gedurig geld; weinig om sich te verrijken, meest om 't selve in overdaad en dolle oorlogen te quisten: en nergens konnen zy dat gemakkeliker vinden, als by de koopluiden, die veel roerend goed hebben, en buiten regeringe zijn, sulks men dat gemeenelik te leen eischt, oste by weygeringe aanslaat, en in beyde gevallen is den koopman gewisselik zijn goed quijt. En daarenboven steldmen gemenelik ondragelike tollen op die selve werelose koopluiden, en uitgaande ofte inkomende goederen; gelijk blijkt aan Vrankrijk, Spanjen, Engeland, Denemarken, Sweden, Poolen, &c. sonder daar vooren de saken der zee te behertigen: alsoo gemelde groote Heeren zelfs de Scheepsvlooten niet willende gebieden, de selve anderen moeten vertrouwen; waar toe noch zy, nochte hare favoriten, konnen genegen zijn, behalven dat alle equipaadje en oorlog ter zee moet geschieden met baar geld; en alsoo de favoriten liever de kassen der Monarchen plonderen om zich te verrijken, als om die ten dienste des lands te gebruiken; soo werden de selve kassen altijds onvoorsien van gelde bevonden: en daaromme accordeeren zy altijds zeer wel om de geheele zee te versuimen; sulks het klaar is dat voor Hol- | |
[pagina 73]
| |
land geen groter quaad kan werden bedacht, dan dat een enkel mensch, onder wat titul het ook moge zijn, meester werde over de wapenen dezer Landen voornementlik, als daar gedurige bezoldigde en vremde krijgsknechten zijn. Want voorwaar het is peccatum permanens, originale, imputatum & inhaerens, een zonde die niet kan gebeterd ofte geboed worden, maar die van vader op kind ervende, eewigdurende quade vruchten voortbrengt. Zulks die de zelve begaan met zodanige regering in te voeren, zich schuldig maken aan, Crimen Majestatis & perduellionis non transitorium sed permanens, een grouwelik eewigdurend en niet vergankelik land-verraad. Dit heeft voorGa naar margenoot+ dezen zeer klaar gebleeken ten tijde der Graven, als die machtig begonden te werden; want door de oorlogen der zelven tegen hare eigen steden, zijn de Manufacturen, te vooren alleen gemaakt werdende in Braband en Vlaanderen, verspreid over andere landen. En, gelijk hier boven vermeld, Hertog Karel van Bourgondien druktede deze landen door zijn gedurige krijgs-macht onverdraaghelik. En Hertog Maximiliaan, willende voogdt over zijn zoon Philips en Vlaanderen zijn, beoorlogde 't zelve, en benaawde de negotie van | |
[pagina 74]
| |
Brugge zoo zeer, dat daar door alleen de koophandel zich na Antwerpen transporteerde, dat den Hertoge Maximiliaan gonstig was. En dus heeft ook Antwerpen zijn negotie verloren, om dat haar Heer machtig geweest zijnde haar te overweldigen, of geen macht had ofte verzuimt heeft het Schelde ook den vyanden te ontneemen. En vermits Famianus Strada pag. 416, dezen loop der zaken in Nederland schijnd aan eenig particulier naturel der Nederlanders toe te schrijven, seggende: Vieriger zijn zy om hun vryheid te bewaren als het betaamt, wanneer men die met geweld wil nemen; maar nooit was eenig volk zoo mild om die van zelfs byna in 't geheel over te geven: zulks Kaizer Karel pleeg te zeggen, dat geen volk kon werden gevonden afkeeriger van de dienstbaarheid, en dat nochtans het jok zich zeer gewillig liet opleggen, als men het zelve zacht handelde: En ik meene het zelve een groote dwaaling te zijn, indien men dat aan eenig particulier humeur der menschen wil toeschrijven; Zo zal ik dan noch zeggen, dat in alle kostelike landen, daar de Magistraats-perzoonen onbeloond, weinig in getaale en jarig zijn, en de Regering daarenboven aan geene familien geaffecteert is; een groot Heer, aldaar eeni- | |
[pagina 75]
| |
ge macht bekomende, alle Magistraaten en Regenten zeer lichtelik met officien, beneficien, en penningen kan zodanig omkoopen, dat zy hem de vryheid des Lands van zelfs overgeven. Maar als de Vorst ter contrarie zich met geweld Heer wil maken, komen de Magistraats-perzonen nietwes te ontfangen, zulks zy als dan, in plaatze van zwijgen, hoog uit roepen dat deze landen hare vryheid verliezende, noodzakelik alle koopmanschap en welvaren verliezen zullen; welke klare waarheid terstond ook alle andere Ingezetenen de wapenen tegen den Vorst doet aannemen. |
|