Cap. III.
Van Hollands naturelike vruchten en voordeelen.
Ga naar margenoot+HIer teegen en konnen de binnewateren niet uitleeveren, als vis, watervogelen en eyeren; de duinen niet als konijnen-vleesch en vellen, vier-honderd-duizend morgen lands niet anders als steenplaatzers-aarde, turf, koorn, moes-kruiden, ooft, vlas, hennip, meede-krappen, ried, gras, zuivel, koeyen, kalveren, schaapen, paarden, doch van 't strang en duin zoude men konnen zeggen dat het kalk en zand uitleeverd.