schommelde zij, zonder met heure voeten den grond aan te raken. In het
nederkomen zag Uilenspiegel heure blanke, ronde armen, die bloot waren tot aan
hare schouderen en die de bleeke zonne bestraalde. Op en neer schommelend,
bekeek zij hem gestadig. Hij ging buiten om heur te vervoegen. Lamme volgde hem.
Aan de haag van de lochting, zocht Uilenspiegel eene opening om er in te
geraken, doch te vergeefs.
Als het meideken hem bezig zag, blikte zij nogmaals glimlachend tusschen hare
vingeren.
Uilenspiegel beproefde het, door de haag te geraken, terwijl Lamme, die hem met
alle geweld terugtrok, sprak:
- Ga daar niet binnen, 't is eene bespiedster, in dienst van den Spanjaard, wij
zullen levend verbrand worden.
Toen wandelde het meisje rond in de lochting, met haar voorschoot over heur
gezicht, doch ze keek door de gaatjes om te zien of haar nieuwe vriend nog niet
kwam.
Uilenspiegel wilde met eene forsige wip over de haag springen, doch hij wierd
wederhouden door Lamme die hem, bij zijn been grijpend, dede vallen en zeide:
- Koord, zweerd en galg, 't is eene bespiedster, ga er niet bij, zeg ik U.
Ten gronde gezeten, verweerde Uilenspiegel zich zoo goed als hij kon. Het hoofd
over de haag stekend, riep het meideken:
- Vaarwel, heer, dat de Liefde Uwe Lankmoedigheid onderhoude.
En hij hoorde een spottenden schaterlach.
- Ha! sprak hij, in mijne ooren steekt dat als duizend speldeprikken!
Vervolgens wierd eene deur luidruchtig gesloten.
En hij was gansch weemoedig.
Lamme, die hem nog altoos vasthield, zeide tot hem:
- In uw zelven somt gij al de schatten op, die aldus tot uwe schaamte verloren
gaan. 't Is eene bespiedster, die U in hare spionnen-netten zou lokken. En gij
merkt het niet: ik ga bersten van lachen.