Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] Albert Besnard De stad MIJN God om heel dit wonderlijk gebeuren: 't Mystieke groen dat aan den grond ontsproot Met bloemen gloeiend in fluweelen kleuren; Ook om de mildheid van het avondrood. Waarbij in koor de lichten argloos treuren; En om de bloesems die in donzen schoot De vrucht ontvangen bij den lust der geuren; - Zie naar het dolend volk in barren nood. Want in het gele licht der grauwe steden, Op kille zerken van 't plaveisel gaat, Met ruige weefsels om zijn kale leden En donkere oogen in een bleek gelaat, De brooze mensch en zegt U geene bede: De mensch heeft zijn ellende en heeft de straat. Vorige Volgende