Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] Wies Moens Knielen zal ik.... KNIELEN zal ik tussen Uw simpele luiden. Het tempo van hun hart is de rustige regelmaat van koperen slingers, in antieke klokkasten van eikehout. Ik zal het jagen stilleggen van mijn hart, met kalme riemslag roeien naar Uw meren van licht. Daar is geen rimpel in het meervlak, lijk daar geen rimpel groeft door Uw effen gelaat. Knielen zal ik tussen Uw simpele luiden. Zij dragen ruige baard en spuwen op de vloer van Uw heiligdom; maar in hun ogen is de eenvoud der kleinen, terwijl zij luisteren naar Uw woord. [pagina 113] [p. 113] Ik zal de wortel der ijdelheid rukken uit mijn oogappel, de hooge pracht der begeerlikheid wassen van mijn netvlies: dat mijn oogen worden gewijd voor het aanschouwen van wintermisère en de bespotting van dompelaars langs de straatweg. Vorige Volgende