Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] V HOE werd mijn al te schoone liefde stom? Zij is toch niet bedroefder dan weleer Toen ze in der klanken zoete wederkeer Met lied na lied door alle heemlen klom. Mijn liefde werd niet minder maar werd meer, Zij ging en waakt in 't binnenst heiligdom; De wacht der woorden schaarde zich rondom En zwijgt en neigt ter aarde vaan en speer. De dag komt op, verguldt, verbleekt, verdonkert, De lichte nacht slaat als een waaier open, De hoogste sterren wiegen in de lucht; Maar waar 't geheim van Uwe liefde flonkert Daar knielt mijn liefde in weten en in hopen Verzaligd neer, ook zonder één gerucht. Vorige Volgende