Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] IV 'k DANK God, dat gij tot mij hebt mogen komen, Uw leven te doorwinden van mijn lot; En nu onscheidbaar naar 't gemeenzaam slot Hebt gij mij tot de vreugde meegenomen. Elkander vindend volgden wij 't gebod Dat innerlijk bond werklijkheid en droomen, Wij kwamen samen naar den weg der vromen: Uit God, in God, en daarvoor dank ik God. Ik dank Hem, ook al worden alle dagen Verscheurd tot uren smartelijk als slagen Waarvan er geen zijn folteringen spaart; En of Hij ook mijn leven in zijn vijzel Verstampe of met Zijn hamerhouw verbrijzel, Toch dank ik Hem, omdat gij mijne waart. Vorige Volgende