Kompleete dichtwerken. Deel 3(1863)–Isaäc da Costa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 359] [p. 359] Slotlied achter de ‘Hesperiden.’ Onze dooden gaan ontwaken, Met geruisch van dank en lof! Daauw, als Eden eens besproeide, Zal beregenen hun stof. En deze aarde, fel bewogen, Als by 't sterven van haar Heer, By bazuingeschal en donder Geeft haar lijken eenmaal weêr. Waar is dan, o Dood! uw prikkel? Waar, o Helle! uw overmacht! Aan het Lam, uw Overwinnaar, Zij de glorie toegebracht! - Was het hoogtijd Hem ter eere Over heel de Christenheid, [pagina 360] [p. 360] Hoogtijd blijve 't in de harten Op Zijn toekomst voorbereid! - In de Vrijdagmiddagsure Kwam onlangs een woord tot my; In de Paaschdagmorgenstilte Bleef het feestelijk my by: ‘Aardsche zorgen, aardsche twisten Om genot, geweld, gewin! Honderdarmige overheersching! Onbesuisde vrijheidszin! Vrees voor Staatsverwikkelingen! Steeds herboren oorlogsschrik! Wijkt by 't feest van deze dagen, - Zwijgt voor 't minst een oogenblik! Om dat woord alleen te hooren, In zijn diepten na te gaan, In zijn volheid aan te grijpen: “Onze Heer is opgestaan!”’ Hoor, o strijdende Gemeente! Lijders, zondaars, hoort de stem! Hoor haar, Israëls gebeente! 't Geldt ook u, Jerusalem! Uwe dooden gaan ontwaken, Met gejuich van dank en lof! [pagina 361] [p. 361] Daauw, als Eden eens besproeide, Zal beregenen hun stof! Waar is dan, o Dood! uw prikkel? Waar, o Helle! uw overmacht? Aan het Lam, dat overmocht heeft, Dat verlossingen gewrocht heeft, Dat ons met Zijn bloed gekocht heeft, Zij aanbidding, lof en eere tot in eeuwigheid gebracht! 1853. Vorige Volgende