Kompleete dichtwerken. Deel 3
(1863)–Isaäc da Costa– Auteursrechtvrij
[pagina 20]
| |
Aan Dr. M.J. Verkouteren, met een afbeeldsel van Willem de Clercq.aant.Gy ook hebt hem gekend, dien trouwen boezembroeder,
Op eens ten hemel opgeroepen van mijn zij',
Maar door een liefdegunst van God, den Alvergoeder,
Hoezeer voor 't oog bedekt, toch steeds mijn geest naby,
O! zoo hy, uit de plaats der Overwinningszangen,
Ter eer van 't vlekloos Lam, wiens bloed de losprijs is,
Mijn zoon, by 't smertvol leed, dat hem en ons moest prangen,
Gezien heeft in uw arm, aanschouwd heeft aan uw disch,
Hy heeft op d' eigen stond, in vaderliefde ontstoken,
(De liefde stoort zich aan geen afstand, aan geen dood,)
Verkout'ren! ook op U den zegen uitgesproken,
Die voor zijn kroost en 't mijn' steeds uit zijn boezem vloot.
Febr. 1845. |
|