Werken
(1883)–Samuel Coster– Auteursrechtvrij
[pagina 71]
| |
Ithys.
| |
[pagina 73]
| |
Het is onbekend, in welk jaar Coster den Ithys heeft geschreven. Nadat Van der Plasse het stuk had zien opvoeren in de Amsterdamsche (Oude) Kamer, gaf hij het in 1615 uit (I), zonder Coster in de zaak te kennen, ja, zelfs zonder diens naam te vermelden. Vier jaar later bezorgde de dichter een tweeden druk (II) bij denzelfden uitgever; in de Voorrede beklaagt hij zich over de ‘Boeckverkoopers’, die ook tegen den ‘vvil des makers’ geschriften ter perse leggen. In den eersten druk van den Ithys zijn ‘menichte van falen’ ingeslopen; er zijn ‘reghelen daer uitghelaten, anderen... verandert, ten slotte is er een staert daar achter aan gelapt, die nochte miins (d.i. van Coster) is, nochte daar niet aan en schict’. Dit laatste ziet op het ‘Tafel-spel van twee Personagien...’, dat in het vijfde bedrijf vau den Ithys werd vertoond, als ‘Tereus en Progne over Tafel saten’. Daar uit Costers woorden blijkt, dat deze klucht niet van zijne hand is, zullen wij haar ook niet achter het Treurspel laten afdrukken. De titel en het voorbericht van de ‘Cluyt’ luiden als volgt: ‘EEN BOERTIGHE CLUCHT, |
|