Nijmeegse Nieuwigheden
Op 29 januari is in het gebouw van de Studentenvereniging Diogenes uit Nijmegen het Free Music 4-tet van Pierre Courbois opgetreden samen met een respectabel aantal strijkers, die zichzelf betitelden als ‘leden van het Nijmeegse Studenten Orkest’, een organisatie waarvan de gemiddelde Nijmegenaar anders uiterst weinig hoort. Courbois cum suis mogen op enige ervaring bogen op het stuk van samenwerking met min of meer contemporaine musici en/of orkesten: ze hebben, naar ik meen voor een of ander religieus merk, eens een keer een plaat gemaakt met de Duitse organist Oscar Back, en zijn ook wel eens opgetreden, geheel uitgeschreven partijen ten gehore brengend, met het Fries Filharmonisch Orkest onder leiding van een of andere Ketting.
In tegenstelling tot dat concert stond het optreden in Nijmegen veel meer in het teken van de collectieve improvisatie, dus ook wat de strijkers betreft, Die oriënteerden zich, onder aanvoering van de als ‘primas’ optredende eerste violist, op een grafische figuur die op een blad voor hun collectieve neus was opgesteld. De leden van het 4-tet voegden daar met de nodige virtuositeit c.q. ferventie het een en ander aan bovenbouw aan toe.
Ik persoonlijk ben niet zo'n voorstander van alles wat aan ‘third-stream’ doet denken, en als je een aantal getalenteerde amateur strijkers samenbrengt met een viertal geanimeerde free-jazz-musici, dan kun je hoog of laag springen, maar het resultaat zal aan third stream doen denken. Je kunt die jongens en meisjes van goeden huize met nog zo veel klem confronteren met het imperatief van de maximale vrijheid aan de hand van een paar minimale gegevens, Dimitri Shostakowitsch ligt onvermijdelijk op de loer. Maar afgezien daarvan, dat krijg je natuurtijk altijd, moet ik zeggen dat ik deze poging om weer eens twee uiteenlopende idiomen met elkaar te verzoenen best wel onderhoudend vond. Als je een crescendo aangeeft of een mars en verder maar alles op zijn beloop laat, dan krijg je in het beste geval een soort abstract crescendo, los van allerlei anders ook vaststaande elementen als harmonie, tempo, melodiek enzovoorts, en zoiets bevalt me wel.
Ik zou er als ik goeie zin had wel eens een parallel in kunnen opmerken met de conclusies van de moderne linguistiek, waar men tot het inzicht begint te komen dat woorden afgezien van hun inhoud en hun gevoelswaarde ook een element in zich bevatten van werkzaamheid als signaal, als structureel element in een taalgeheel dat zich van de op het eerste gezicht letterlijk te noemen informatie vrij weinig aantrekt, tenzij op een manier die wel een eindje afstaat van wat met betrekking daartoe doorgaans wordt aangenomen. Toegepast op de muziek zou je dan krijgen dat het crescendo of de mars een soort waarde kan worden toegekend op zichzelf, en dat de melodie en alle andere vormen van muzikale informatie aan het toeval worden overgelaten, naar het tweede plan gedrongen. En dat was tenslotte, afgezien van alle tekortkomingen als gevolg van allerlei determinaties, wat het Free Music 4-tet en de Nijmeegse strijkers probeerden.
PÉ HAWINKELS