Weet of rust
(1985)–D.V. Coornhert– Auteursrechtelijk beschermdBrief over de disputatie in Den Haagaant.Aan de eerbare en deugdzame Neeltje Simonsdochter, vrouw van Dirk Volkertszoon Coornhert, in de Sint-Jansstraat te Haarlem, 26 oktober 1583.
Allerliefste Neeltje, vandaag ontving ik twee brieven en ook de koffer, de zak en de boeken waar ik om gevraagd had. In de brieven lees ik dat het een beetje beter met je gaat, wat mij niet zo'n klein beetje verheugt. Toch moeten we ons altijd schikken naar de wil van de Heer, als we tenminste de ware rust willen genieten. Als ik merk dat jij dat doet, is dat voor mij de grootste geruststelling. Vanochtend moest ik voor de commissarissen verschijnen om antwoord te geven op de vraag of ik wel of niet aan de disputatie wilde meedoen als ik geen gewaarmerkte notulen zou krijgen van elke bespreking afzonderlijk. Ik vertelde hun dat ik het dan niet deed en dat ze mij die notulen redelijkerwijs niet konden weigeren. Na veel heen en weer gepraat ging ik de zaal | |
[pagina 101]
| |
uit. Toen ze me weer binnenriepen kreeg ik te horen dat er twee notulisten zouden komen en dat ik de neerslag van de besprekingen ongehinderd zou mogen doorlezen, mits ik beloofde er niets uit over te zullen schrijven. ‘Daar neem ik geen genoegen mee,’ zei ik en ik bleef erop aandringen van alles gewaarmerkte notulen te krijgen. Ik weer naar buiten. Men ging opnieuw in beraad. Ik werd binnengeroepen en kreeg toen te horen dat ik het protocol van één notulist zou mogen houden, mits ik beloofde daar niets uit over te schrijven of over te laten schrijven met de bedoeling om dat uiteindelijk aan de Staten in handen te spelen. Ook daar nam ik geen genoegen mee. Ik vertelde waarom en zei (onder meer) dat dit dispuut ging over het licht van de waarheid en dat het daarom ook in alle openbaarheid gehouden diende te worden en niet in het geniep. Ik tekende daarbij aan dat ik zonder telkens gewaarmerkte notulen te krijgen er niet over dacht om eraan te beginnen, omdat ik eerder in Leiden al had mogen meemaken wat dat betekent. De commissarissen gingen zich nog een keer beraden. Ik opnieuw de zaal uit. Toen ik weer binnengeroepen was, heeft men er tenslotte mee ingestemd dat zowel de predikanten als ikzelf elk een aparte notulist mogen kiezen, die onder ede moet verklaren dat hij eerlijk en betrouwbaar is en die alles zal opschrijven wat er besproken gaat worden. Na afloop van iedere ronde worden de notulen vergeleken, verbeterd en geparafeerd. De predikanten en ik krijgen ieder zo'n protocol mee, zodat we voor de volgende gespreksrondes een dossier hebben. Uiteindelijk mag iedere partij al die notulen houden, ik ook, mits ik ze niet publiceer zonder toestemming van de Prins en de Staten, in druk of anderszins, op straffe van, enzovoorts. Verder vinden ze het goed dat de disputatie openbaar toegankelijk zal zijn voor alle eerzame lieden die erbij aanwezig wensen te zijn. Morgen (schijnt het) beginnen we, om acht uur precies. De | |
[pagina 102]
| |
commissarissen mogen geen oordeel uitspreken over de inhoud van het onderwerp; ze letten alleen op de praktische gang van zaken. Arnoldus vroeg nog of hij telkens uit mijn boekje het te behandelen artikel mocht voorlezen, om Saravia (de predikant uit Leiden) wat te ontlasten, want die zal alleen de bezwaren tegen mij aandragen. Ik zei daar ja op en vond het ook goed dat zij gedrieën zouden spreken en disputeren met mij als eenling tegenover zich. Maar dat wezen de commissarissen af, omdat ze wel snapten waar dat op uit zou draaien. Mijn notulist zal worden betaald door de Staten. Mijn persoonlijke financiële bijdrage aan de disputatie zullen de commissarissen ook bij de Staten declareren, want ik zei dat het onrechtvaardig was om mij te veroordelen tot betaling van kosten voordat ik was gehoord. Enfin, je weet wel hoe dat altijd gaat. Zo ver zijn de voorbereidingen nu gevorderd. Of de disputatie lang gaatduren weet ik niet. Dat weet de Heer alleen. De lieve God behoede jullie allemaal. Doe de groeten aan mijn secretaresse mevrouw Van Oosthoorn en bedank haar voor alle genomen moeite. Laat deze brief aan mijn naamgenoot lezen, die hem ook aan Heda mag laten zien. Die krijgen allebei mijn hartelijke groeten. Jij wordt gegroet door je neef en je nichten en ook door je lieve man en hartevriend D.V. Coornhert. |
|