Copye vande voorgemelde voorwaerden der Delfschen Predicanten.
HOewel het ghenoegh behoorde te wesen dat wy onder ghetuyge te voren belooft hadden, het schrift dat ons door eenighe overgelevert mochte worden teghen die Erfsonde te beantwoorden, soo hebben wy nochtans om te vollen ghenoegh te doen, dewijle men sulcx versoeckende was, onse schriftelijcke onderteeckeninghe niet willen weygheren. Ende alsoo beloven wy ende nemen aen met desen de redenen ende argumenten die tegen de Erfsonde ons schriftelijck overghegheven sullen worden te beantwoorden, ende naer de afhandelinghe van dese tot andere puncten te comen, daer in eenige andere een ander gevoelen mochten hebben, als wy, als vande Vrye wille, vande Predestinatie, Iustifucatie, item vande sichtbare Kercke, de sendinghe der Dienaren der selve, hoe verre men de wet Godts mach onderhouden in dit leven, vande macht des Overheydts teghen de verstoorders der Kercke. Ende om bequamelijcker, cortelijcker ende tot meerder stichtinghe der Leseren de voorschreven stucken te verhandelen, soo sullen wy alleen die bloote ende naecte redenen, die eygentlijck tot de voorgestelde questie dienen, voornemen, sonder verbonden te willen zijn op alle het ghene dat daer tusschen loopen mochte totten voorgenomen handel niet dienende te antwoorden. Want onse intentie met dese Presentatie anders niet en is, dan d'onpartijdighe met simpele wederlegghinghe der contrarie argumenten, sonder aen te sien van wien datse comen, tot kennisse der waerheyt te voorderen. Ende sullen met dit eerste stuck versoecken hoe wy't best aenlegghen sullen. Indien sy dan heur over die ordonnantie, die wy dencken te houden, hebben te beclaghen, soo salmen sulcx mogen remedieren ende eenen anderen voet nemen. Wy zijn oock wel te vreden, dat de voorschreven argumenten met de wederlegginge van dien, tot profijt ende nutheyt der Leseren in druck uytgegeven worden. Ende gelijck onse intentie noyt geweest en is yemandt (die Christelijck ende behoorlijck met ons aengaende die Leere begheerde te spreken ende sijne redenen tegen ons voorstellen) te beswaren, also beloven wy, nademael sulcx oock van ons versocht wordt, dat wy niemant van wegen dese communicatie ende overleveringhe der redenen onse Leere contrarie zijnde, eenighsins directelijck ofte indirectelijck, ofte by mijn Heeren de Staten, of by eenige andere Overigheyden beswaren ofte beclagen sullen: Achten oock dat haer van des wegen vander Overicheydt gheen perijckel te bevreesen en staet, soo verre sy haer (als wy oock beloven te doen) van lasteringhen, achterclappinghen, naem schendinghe ende dierghelijcke tot verstooringhe dienende onthouden. In kennisse der waerheydt hebben wy Dienaren des Goddelijcken woorts uyter name van onse Ghemeente met wete ende bewilliginghe des Kerckenraets dit onderteeckent. Aldus ghedaen binnen Delft den sevenentwintichsten Iunij vijfthienhondert tachtentich. Ende was ondertekent: Arent Corneliszoon Pieter Ianszoon Reynerus Donteclocke.