Schijndeugd der secten
(1630)–D.V. Coornhert– AuteursrechtvrijVijfde Gespraeck.
Gereformeerde. MY wondert noch al van uwe groote onschamelheydt die niet op en hout voor te staen sulcke openbare verachters der Sacramenten.
Catholyck. My wondert van uwe groote vermetelheyt die niet op en hout met onwaerheydt uwen even-mensche te beschuldighen. Te beschuldigen segghe ick, ende dat noch in een sake daer inne ghy al schoon recht hebbende, selve meer zijt te beschuldigen dan sylieden. | |
[Folio ccc xlviiiv]
| |
Ten waer ghy wildet segghen dat het stille staen inde saken der Sacramenten betreffende arger waer dan de Sacramenten te schenden. Hebdy dan noch niet redens genoech om henlieder doen ten besten te duyden, soo hoort noch dese. Neemt dat sy met u gevoelen daer inne dat de Sacramenten inde Roomsche kercke verdorven ende besmet zijn: maer dat sy teghen u ghevoelen daer inne, dat u alder Leerders van selfs lopende, u Kercken geen recht gebruyck der Sacramenten en moghen hebben ende dat sy daeromme niet en sien waer sy erghens het rechte ghebruyck der Sacramenten souden moghen bekomen, wat soudet ghy dese luyden raden. Dat sy tegen henlieder gheweten u Sacramenten sondelijck souden ghenieten? Dat geloove ick niet, of soudet u beter hebben ghedocht dat Franck ende Swenckfelt elck soo sy ooc in allen niet eens ghesint en zijn een eygen Kercke hadden opgerecht om daer de Sacramenten na henlieder goetduncken te moghen genieten? Die dat wilde prijsen moeste noch prijsen het oneyndelijck vermenichvuldigen der Seckten. Want so doende soude ten laetsten elcke stede, gebuert, ja elcke huys een eygen Kercke ende een bysonder ghebruyck der Sacramenten hebben. Wat doch anders dan ditte? heeft den Swingelschen vanden Luterschen ende de Doperen van hen beyden af scheydende, eerst van een Kercke twee, ende daer na van twee drie ghemaeckt, was het dan niet beter dat sy vermijdende dese uytbroedinghe van dien Eyeren des veelhoofdigen Slangen Hydra oock mede verschoonende haren geweten soo sy gheen bevel van wederoprechtinghe en sagen stille stonden in dese hoochwichtighe sake, ende liever het gebruyck der Sacramenten ontbeerden dan dat sy die met nieuwe verwerringen ende Secten schenden ofte onteerden? Als wy tot Orsoy aen quamen, hadde ick gheseyt beter te zijn datmen de sacramenten ontbeerde alst niet anders en mochte zijn dan misbruyckte, daer komen wy nu op, ghy wildet daet tegen seggen, dat wil ick nu geeren hooren.
Gereformeerde. Wilt ghy wat segghen, soo behoort ghy u segghen te bewijsen: Ick gheloovet anders.
Catholijcke. Ick sal dan bestaen, ende eerst wat seggen vande oorsaecke des misbruycx. Also houde ickt onmogelijck dat yemant recht soude ghebruycken eenigh dinck, sonder te weten waer toe het dienstlijck of nut zy. Houdt ghyt anders?
Gereformeerde. Neen, maer also.
Catholycke. Alle Ceremonien het sy Oude oft Nieuwe Testamentische, zijn den Geloovigen te onderhouden gheboden van Gode, om zijn selfs lust ende nut, oft alleen om der Gelovighen nuts wille.
Gereformeerde. Ga naar margenoot+Mijn Heere Calvijn beantwoort dat te rechte wel in dese Institutien. Daer ist: Ick salt lesen: Rechts of die uyterlijcke ende verganckelijcke dingen Gode verlustichden ofte eenighsins affitieerden. 't Is nu al gheseyt | |
[Folio ccc xlvixr]
| |
dat Godt gheen deser dingen ghedaen heeft om sijn selfs wille, maer dat hy alle de selve om der menschen heyls wille, heeft gedispenseert ghehadt. Dat schrijft mijn Heere Calvijn. Doch niet dan van den Moysaischen Sacrificien ende Ceremonien.
Catholycke. Men moet dat oock verstaen van de Evangelische Ceremonien, of men moet segghen dat dese gheene uyterlijcke ende verganckelijcke dinghen sijn.
Gereformeerde. Dat en weet ick niet.
Catholycke. Ga naar margenoot+Musculus Dusanus, een uwer geschickste Hoofden ende bescheydener (in mijn oordeel) dan Calvijnen ofte Beze, schrijft dat de ghever der geestelijcker gaven gheen uyterlijcke teeckenen en behoeft: Ende dat de geestelijcke dingen oock sodanigh sijn, dat zy wel sonder tekenen mogen gegeven worden, &c. Ende dat zy ons t'onser hulpe sijn gegeven om onsen wille. Ga naar margenoot+Dat schrijft Musculus. Ende seker, gelijck de mensche niet en is om den sabbath, maer de Sabbath om de mensche: also en is de mensche niet om de Ceremonien, maer alle Ceremonien sijn om den mensche. De onwijse menschen, wanende dat Godt van selfs een groot wel behaghen, lust ende dienst geschiet aen de Ceremonien, bevlytigen sich sulckx dagh ende nacht, om God daer mede te hoveren, dat zy alle ware gerechtigheyt, Ga naar margenoot+Godvruchtigheydt, ende barmhertigheyt aen Weduwen ende Weesen (dat de suyvere ende onbevleckte Godesdienst is) ter sijden stellende inde plaetse van Christen, Ceremonialisten worden. Maer de verstandige weten dat God volcomen is, dat Godt met gheender menschen handen wert gheeert, der menschen doen niet en behoeft, ende van niemanden yet mach ghenieten: Ende verstaen daerom oock, dat Godt de Ceremonien niet en heeft geboden om sijns selfs wille, maer alleenlijck om der menschen wille, om dat zy hen souden strecken een behulpsame voorderinghe tot harer saligheyt: Of wildy hier noch teghen seggen?
Gereformeerde. Neen, maer seght voort.
Catholycke. Ist niet een groote voordernisse tot des menschen heyl, datter eendracht sy inden waren geloove.
Gereformeerde. 't Is.
Catholycke. Daer toe, of tot sulcken eynde sijn ons de Sacramenten van Christo ghegheven, so u Ga naar margenoot+Meester Calvijn selve schrijft: Te weten, om den sijnen in een ghelove ende eenderley belijdinge des geloofs te voeden.
Gereformeerde. So ist oock.
Catholycke. Ter selver plaetsen schrijft Calvijn mede dat de Sacramenten bestaen in Ceremonien: Ia dat de teeckenen die daer ghegeven worden, Ceremonien sijn. Immers terstont daer aen noemt hy de Sacramenten selve Ceremonien.
Gereformeerde. Hy doet.
Catholycke. Heeft elcke verscheyden Kercke ofte Secte niet wat bysonders in haeren gheloove, daer door zy saligheyt verhoopt, die zy van den anderen kercken niet en mach verhopen?
Gereformeerde. Dat en weet ick bylo niet.
Catholycke. Soo scheyden sich alle de Kercken sonder genoeghsame oorsake van malcander: als zy inde Kercke ende int geloove, daer zy eerst in was blijvende, wel hadden moghen saligh worden. Dan en hadde sich Luther niet behooren te scheyden vande Roomsche Kercke, Swinghel niet van de Luthersche Kercke, nochte de Doopers vande andere dry Kercken.
Gereformeerde. Laet ons dat so nemen, dat elcke gemeente saligheyt verhoopt in haren geloove, 'twelck zy hout dat in al d'ander ghemeenten niet en mach verhoopt werden.
Catholijck. 't Is ooc sulcx, ende daer door scheldt elckander voor Antichristenen voor Sacramentschenders, voor ongelovige ende voor wereltschen. Nu en mach niemant lochen dat veel oneenigheyts gekomen is inden geloove, ter oorsaken van den Ceremonien, want dat ist alleen (om uyt velen een te noemen) dat den Swingelschen heeft gescheyden vanden Lutherschen: Daer ziedy nu het verderflijc misbruyck. Want 'tgene dat Calvijn selve schrijft ons van Christo gegeven te sijn, om ons in Ga naar margenoot+een gheloove te voeden, te weten de Sacramenten, is nu door't misbruyck der menschen geworden een oorsake ende voetsel van twist, gedeeltheyt ende verwerringhen inden geloove, ende van menighvuldigheydt der Kercken ofte Secten. Oordeelt ghy nu selve oft niet beter en ware de Sacramenten, hoe heylsamen ende gesonden wijn die oock mach wesen, als hy matelijck werdt ghedroncken, gantschelijck te ontberen met de alder eerste Kerck voor Abraham, nadien wy die nu immer niet matelijck en connen drincken, maer de selve schendelijck tot dronckenheydt ende verderf van onser zielen misbruycken: dan oft beter is de selve te hebben, ende so gantsch ergherlijck tot een lasteringhe van Gode, tot een vyandtschap tusschen de genaemde Christenen, tot aenstoot vande swacke conscientien, ende tot een dulle dronckenheyt in't oneyndlijc disputeren, werren, ende verderven der menschen Godlooselijck te misbruycken.
Gereformeerde. Ghy gelijcket selve niet qualijck by't misbruyck vande Wijn, maer ghy doolt daer inne, datmen de goede wijn om der quaden misbruyck behoort te ontberen.
Catholyck. Ghy doolt daer inne, dat ghy my niet recht en verstaet noch antwoort. Ick spreecke niet datmens behoort te ontberen, maer segghe datse beter is te ontbeeren, alsmense immers niet recht kan gebruycken, dan te misbruycken. Nu mooghdy niet ontkennen datmense nu ter tijt (immers onder den uwen gheensins) niet recht en can ghebruycken, want ick dit nu dickmael bewesen hebbe, jae de sake roepet luyde, ende bewijset selve welc misbruyck meest is by den Leeraeren selve. | |
[Folio ccc xlvixv]
| |
By u meester Calvijn heb ick ghelesen dese meyninghe: maer voor al moetmen acht nemen dat om uyterlijcke Ceremonien niet gestoort en wert des Geloofs eenigheyt. Het is een zieckte by na in elcken gemeen, dat men de Ceremonien ende Elementen deser Werelt (soo Paulus die noemt) meer dan't behoort toe-schrijft, &c. Daer uyt volght seyt Calvijn voorts noch een ander quaedt, van bitterheyt ende hovaerdigheyt: Dat is, dat elck gaerne alle de Werelt dringhen soude te doen, so hy doet. Behaeght ons eenigh ding, wy willen terstont daer een reghel al maken, op dat de andere na onsen kop leven souden: Dat schrijft u meester, ende dat niet qualijc, gave Godt dat hy hem selven daer inne oock gehoort ende naghevolght hadde, hy en waer niet bloetschuldigh geworden, ende minder menschen waren verlooren geweest door het misbruyck der dinghen die hen tot voorderinghe haerder behoudinghe gegeven sijn geweest. Ende dit is voorwaer het schadelijck misbruyck dat hy't oock selve minder heeft connen vermyden dan beschrijven, daer hy seyt also: Die nemen de dinghen qualijck de Ga naar margenoot+welcke verkeeren tot schade ende verderffenisse der menschen den Sabbath die God tot der menschen nut heeft geordineert. Volght ist niet zottelijck het voornemen Godes verkeert, alsmen de onderhoudenisse des Sabbaths eysschet tot schade der menschen, den welcken hy wilde dat zy nut soude wesen. Denckt nu mede of ons het Avondtmael niet en behoort te dienen, ende oock is ghegeven tot voorderinghe vande broederlijcke liefde, ende eendrachtigheyt, so door de gelijckenissen van de vereenighde Koornkens ende Druyfkens in een Broodt ende wijn, als oock door den bevele Christi van de Goddelijcke Liefde, ons in Christo betoont, te vermanen, om daer door in Christo oock malcander te beminnen: Ende dan ziende dat de listighe Slanghe ende twistighe Duyvel ons dat Heylsame Sacrament nu doet misbruycken tot bitteren hate, dootlijcke nydigheyt, twistighe Disputations, ende moordelijcke vervolginge suldy lichtelijc bemercken so behendighen Meester-stuck in de duysent Constenaren, als partydighe plompheyt in ons, die al Christenen ghenaemt werden. Wat dunckt u nu? Verkeert daer niet de geneselijcke Medecijn in verderffelijck fenijn door ons onverstandigh misbruyck? Die dit met rijpen ende onpartydighen ernst te recht insien en sullen Franck ofte Swenckfelt, die voor beter aen saghen de Sacramenten te ontberen dan te misbruycken daer inne soo Ga naar margenoot+weynigh ongelijck mogen geven: alsmen den vromen Coninck Ezechiam mach lachteren daer inne dat hy het seer treffelijcke gedenckteecken, so vande strenge straffinghe, als van de barmhertighe genesinge Godes, ick meyn het Metalen Serpent, als het door't volcks misbruyc henlieden tot verderffenisse diende in stucken heeft doen breken. Want dese luyden connen oock verstaen dat de Apostel Paulus op hielt van't Doopen, dat immers wel het voorneemlijcxste Sacrament is, alleenlijc Ga naar margenoot+om het misbruyck der Corintheren in dien: waer uyt, ende niet uyt des Apostels oprechte bedieninge, voort quamen, Secten en oneenigheyt inde Kercke, so datmen hier ooc opentlijck siet, dat de Ceremonien moeten wijcken, als daer door des gheloofs eenigheyt gestoort soude werden. Ende dat Paulus selve beter achte het Doopen achter weghen te laten, dan dat sulcx misbruyckt soude werden tot verderf der gheenre om der welcker nut het gedaen werde, dat ick segghe van ophouden ende achterlaten van het Doopen Pauli, merckt men daer aen claerlijck dat hy selve Gode danckt dat hy so weynighe gedoopt hadde: welcke danck spotlijck waer indien hy met het doopen hadde willen voort varen. Wat jammerlijcke ende verderffelijcke schade de Ceremonien u lieder spitsvoudighe verwerringe huydensdaeghs veroorsaken, en mach niemanden verholen sijn, dan die partydelijcke haere ooghen toe sluyten. Dats verre van vordeel te doen tot behulp vande ware Godtvruchtigheyt, sonder de welcke u Calvijn selve, de Ceremonien seydt voor Gode te wesen een zotheyt der kinderen. Ga naar margenoot+Is dan sulcke kintsche zotheydt niet beter te ontberen, dan de Ceremonien tot het eeuwige verderf van ontallijcke veel onwijse Zielen te misbruycken? Men ziet oock doorgaens by de Propheten, dat God selve een walginghe heeft vande Ceremonien die hy selve hadde bevolen: Ende dit alleen om dat zy luyden die na henlieder eygen goetduncken leelijcken misbruyckten, meynende dat Godt een groot behaghen hadde aen't onderhouden van dien, welck misbruyck de Ceremonien voor Gode een grouwel maeckte. Wy ghenaken Berck, ende wil nu ophouden. Doch moet dat oock gheseydt sijn, dat ghylieden u selven swaerlijck vergrijpt in desen lachterlijcken achterclap teghen u even Mensche, voor den welcken so wel als voor u, de Heere Iesus Chriftus sijn dierbaere bloedt oock heeft vergoten, ende dit al sonder kennisse van saken, alleenlijc uyt eenen onwijsen yver soo 't sich nu daer inne bevindet dat ghy uwe naemschending met geenen schijn van waerheyt en weet te verdedighen.
Gereformeerde. Al en vermoghen wy ongeleerden dat niet onse Leeraren soudent wel Meesterlijck vermoghen.
Catholycke. Ia soo't met schelden waer uyt te richten. Doch geloove ick dat Franck ende Swencfelt, soo zy noch leefden, sich self oock al veel Meesterlijcker souden hebben connen verantwoorden, dan ick ongeleerde heb weten te doen. Nu dat laten wy daer, den Ake is aent Landt, wildy mede Maeltydt gaen teeren? Ghylieden sijt so wel als ick nuchteren.
Broeder. Ia wy gaen met u. |
|