Lied-boeck
(ca. 1575)–D.V. Coornhert– Auteursrechtvrij
[Folio H7r]
| |
V laatste komt ghelyck een dief by nacht,
Snel onbewaant als ghyze minst verwacht.
Der ghnaden merckt staat elck noch huyden open.
Spoet daar werts snel met een ghelovigh hopen:
Om kryghen daar voor schuymklaar louter ghoud
Dats al om niet, dit kryght die God betrouwt.
Zulck koopman koopt daar dalderwaardste waren,
De waarheyd reyn met alder dueghden scharen.
Daar voor hy gheeft de loghen valsch van ghrond
Die doodlick wont, dees wissel maackt ghezond.
Die wissel dryft, en woeckert met u ponden.
Gheeft thien voor een, gheeft al u snode zonden
Voort een alleen, een dierbaar peerle klaar.
Al tvalsche ghoed ruylt om dees kostelwaar.
Wie deze heeft die heeft de schatten heyligh
Vant hemelsch ghoed, voor dief en matten veyligh
Welx Tresorier is Christus, de fonteyn
Vant leven zoet en vande dueghden reyn.
Ghy Princen arm van gheest en recht kleynaardigh,
V ydel niet gheeft om Goods al hooghwaardigh
Zo vint ghy Christ met al zyn schat ghelyck.
Haast u ter merckt, koopt, woeckert en wort ryck.
|
|