Lied-boeck
(ca. 1575)–D.V. Coornhert– Auteursrechtvrij
[Folio H3v]
| |
Dat zich verstrickt aan schyn-ghoed buyten macht
tWelck snel verdwynt, dan quelt onrust met klacht.
Op tydlick haaf rust dwaasheyd met betrouwen
Die wyckt van ons en laat een droef berouwen.
Als God diet ghaf, zyn eyghendom neemt weer.
Want hy, niet wy, van al is rechte heer.
Wie dit aanmerckt kan zonder truerigh duchten,
Al tvinchtigh ghoed, eert vlucht van zelfs ontvluchten.
Die zo wel sterft zyn onrust eer hy sterft
Altyd Goods rust int rustigh hert verwerft.
Tot deze rust zal waarheyd hem recht leyden:
Diens hertsen lust, uyt alle tzyn wil scheyden:
En spoedelick na s'heren wille reyst,
uyt alle tgheen datmen hier tydlick peyst.
|
|