Lied-boeck(ca. 1575)–D.V. Coornhert– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio F7r] [fol. F7r] Lied der liedekens Op de wyze: Psalm. 8. 1 AAnmerckt o mensch waar toe ghy leeft op aarden. 2 Besteet u pond aan waar, van hooghster waarden. 3 Koopt waarheyd reyn, die toont u naackt en bloot. 4 Goods ghoedicheyd met uwe boosheyd groot. 5 Liefdeloze hoofd kenisse laat varen. 6 Hert kennis zoeckt, die haat en liefd moet baren 7 Haat die meer tquaad, dan quaadheyds straffing haat. 8 Liefd die om dueghd der dueghden loon versmaadt. 9 Dees kennisse zuldy te kope vinnen, 10 Int lichte Goods, met opmercking van binnen, 11 Hoe vyandlick ghy Goods ghoedheyd verjaaght 12 En hoe minlick God u boosheyd verdraaght. 13 Men koopt waarheyd om niet, dats om den loghen: 14 Die mist elck ghaarn, als hy hem vindt bedroghen [Folio F7v] [fol. F7v] 15 Waans twyfel ruymt, daart oordeel klaar verschynt. 16 Door waarheyds trouw des loghens list verdwynt. 17 Na deze merckt moet ghy uyt dees wereld reyzen: 18 uyt alle dat men tijdelix magh peyzen: 19 uyt al u lust, begheert en wille quaad. 20 Op deze merckt, de mensch hem zelf verlaat. 21 Zo volghtmen na, des Hemels peerl verkoren: 22 Zo wert Christus te recht in ons gheboren: 23 Zo kryghtmen God met al zyn schat ghelyck: 24 Haast u ter merckt, koopt, woeckert en wert ryck. Vorige Volgende