Lied-boeck(ca. 1575)–D.V. Coornhert– Auteursrechtvrij Vorige Volgende xxxij. Tafellied Op de wyze: Al hadden wy xxv. bedden wy zouden daar te Mey niet en pluym af hebben, om dat het dus waayt. WY dancken den waard, Om dat hy ons voet: En dedel wynghaard, Die dees druyfkens zoet, Ons mildelick biet, Dit wyntken wilt drincken Hy doet het ons schincken uyt Liefde om niet. Drinckt al vry droncken Van dees zoete most Zy wert gheschoncken, Buyten onze kost. En mindert verdriet, Dit wyntken wilt drincken. Hy doet het ons schincken, uyt liefde om niet. Dees vruchtbare ranck Verdrijft ons rouwe Door lieflicke dranck, En Hemels douwe. [Folio D5v] [fol. D5v] Die hy in ons ghiet Dit wynken wilt drincken. Hy doet het ons schincken. uyt Liefden om niet. Smaackt prince dees wyn In reynder borste Zy doet vrolick zyn En bluscht den dorste Met Hemels bediet Dit wynken wilt drincken. Hy doet het ons schincken, uyt liefden om niet. Vorige Volgende