Comedie van Israel
(1590)–D.V. Coornhert– Auteursrechtvrij
[pagina 28]
| |
Tweede handeling.
| |
[pagina 29]
| |
Want ghy zijt de meeste Hertogh opter aarden.
Veel grote Koninghen wyken u in waarden,
In rijckdom, in machte, in landen en in luyden.
Ia Keyzer en Koning ontziet u machte huyden.
Zoeckt aan, u zoon krijghtse, zo werdt hy een Koning.
Israel..
O wenschelyke raadt. O wat groter beloning
Ga naar margenoot+Gheef ick u metter daat, terstont zal icx verghellen.
Kondy dat volbrenghen.
Achazib.
Laat het my bestellen.
Ick ken al de Heeren, oock de Koninginne.
V zoon zal ick beelden in huer hert en zinne
Zo schoon, wijs, eel, machtigh van landen en ghoeden,
Dat zy al begheerlijck dees bruyloft zullen spoeden.
Israel.
Zydy niet eerens waart, boven allen menschen.
Die my meer doet hebben, dan ick zou derren wenschen?
V eerste beloften vant ick oprecht na behagh.
Daar door is u gheloof by my zo veel meer dant plagh,
Dat ghy geen zaack zo vreemt mooght spreken met u mont,
Of ick moets gheloven uyt al mijns herten gront.
Voordert daarom de zaack, ghy krijght na wille danck.
Achazib.
Ick ga dat bestellen, betrout my, het werdt eer lanck.
|
|