Comedie van Israel(1590)–D.V. Coornhert– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Tweede handeling. i. uytkomen. Diet t'licht Goods verlaat moet int doncker zwerven, Doort blinde begheren voert loghen int bederven. Achazib. AL ist zo dat my der Philosophen noeswijsheydt Schendelyken lastert ick weet dat mijn prijs leydt Byden vroeden diens gheest vernuftelyken ruyckt, Dat God mijn dienst loflijck zelve dickmaal ghebruyckt. Bruyct God mijn kloecke list niet doorgaans en gemeenlijc, Aant volck verwerpende door verhertheyt steenlijck, Die zuvere liefde vande Godlyke waarheydt? Ick bent door wien hy rooft zijn recht ledende klaarheyd: En verwertse voorts in een verkeerden zinne. Dat ick oock ghaarne doe want tis tot mijn ghewinne. Tis oock recht dat loghen hem t'licht ga beroven. Die den trouwen waarheydt niet en wil gheloven. Ga naar margenoot+Zo ghaat het met Israel de zotste der dwazen. Een verkeerden zinne zal ick hem schier in blazen: Zo behendigh dat hem grondelijck zal bederven, T'gunt daar hy weelde en macht door meynt te verwerven. God hevet nu gheschickt dat Israels zoon zal houwen Aant Konincx kint der Philistijns vol ontrouwen. Die is eenzaam, dus zal hy daar wel na luysteren. Want des kroons hoop zal zijn oogh zo verduysteren, Dat hy geen quaad (dat veel in dees echt leyt verborghen) En zal vrezen voor zien, bedencken, noch bezorghen. Hy zal den Philistijns wanen te ghebieden, Maar zal dienen als slaaf die Goddeloze lieden. Doch moet ick hem gheenssins dit secreet bedieden. Tis Goods schicking, die zal lanczaam maar vast geschieden. T'vierken dat ick nu vrou, zal hy eerst recht proeven. Over tachtigh jaar dan zal zijn bitterheydt bedroeven. margenoot+ Valsche waan doet begheren dat na bederven zal. Vorige Volgende