Liederen. Deel 4(1920)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendNieuwe liederen der gemeenschap Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] XXVII. Er is niets anders dan het Communisme, Wat is de zee alleen, wat is de ster, Wat is de schemering, wat is het licht, Het stofgoudlicht, het alomvattende, Wat zijn de bergen en het hooge woud, Wat is de vogel aan de grijze wolk, Wat is de lente, winter, herfst en zomer, Wat is de aarde, de vruchtdragende, Wat zijt gij alle zwervers in het ruim Wanneer de mensch niet komt, die u begrijpt, De komende, die uw bestaan uitzegt, De komende, die u uw doel aanwijst, De komende, die u tezamen vat, De komende, uw schepper en uw zoon, Uw nieuwe God, uw mensch, uw Communist. Vorige Volgende