Liederen. Deel 4
(1920)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendNieuwe liederen der gemeenschap
A. van Collem, Liederen. Deel 4: Nieuwe liederen der gemeenschap. C.A.J. van Dishoeck, Bussum 1920
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Liederen. Deel 4: Nieuwe liederen der gemeenschap van A. van Collem uit 1920.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (1, 2, 3, 4, 8) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 5]
Nieuwe Liederen der Gemeenschap
[pagina 6]
Van A. van Collem verscheen bij Van Dishoeck:
I. | Liederen van Huisvlijt. |
II. | Liederen der Gemeenschap. |
III. | Opstandige Liederen. |
IV. | Nieuwe Liederen der Gemeenschap, Eerste deel. |
V. | Het Wonder, Proza-Gedicht. |
Ter Perse: Nieuwe Liederen der Gemeenschap, Tweede deel.
Het Communisme, Een gedicht.
[pagina 7]
Nieuwe Liederen der Gemeenschap
DOOR
A. VAN COLLEM
UITGEGEVEN DOOR C.A.J. VAN DISHOECK TE BUSSUM IN HET JAAR MCMXX
[pagina 77]
INHOUD.
Bldz. | |
Het is al ochtend en ik lig zeer stil | 9 |
Tot u wend ik mij, wachtende tuin | 11 |
Wanneer gij niets verlangt, dan zal zij komen | 14 |
Beethoven | 15 |
Altijd waren zij, de afgewenden | 18 |
Als gij met uw zingend hart, ziet naar | 20 |
Doelloos liepen hemelen en aarde | 21 |
Er zullen zijn, misschien, die een gerucht | 22 |
Mijn vriend, al wat gij koopen kunt voor geld | 24 |
Liever dan mensch te zijn, werd ik een wolk | 25 |
De groote zanger Wind, hij is de stem | 26 |
Van alle dingen is de wind de stem | 28 |
De groote Communist van het heelal | 30 |
D'onrustige, de geest van het heelal | 32 |
Hij die de geest is der natuur, de Wind | 34 |
Wanneer uw stem in mij rondgaat, verheft | 36 |
De stem des menschen is het groote wonder | 38 |
Mij roept de stem; Wanneer haar adem gaat | 41 |
De muzikant die het heelal ontstijgt | 43 |
Kome gij, die door de ruimte zweeft | 46 |
Hoogste leven is de liefde leven | 49 |
Ik ben de vreugde, Ik ben vreugdebrenger | 50 |
Wij ontzachlijken, den nacht ontstegen | 53 |
Die in het rijk der schoonheid zullen komen | 56 |
Op het Njewka Prospekt, bij Dimitri | 61 |
Het geduchte hooge wezen mensch | 63 |
Er is niets anders dan het Communisme | 65 |
Het is een smartlijk leed, dat door den mensch | 66 |
Die bij ons wilde wonen in den nacht | 68 |
Bloemen, sterren, grassen en de zon | 70 |
[pagina 78]
Bldz. | |
Wij hebben dorst naar de wateren der schoonheid | 71 |
Zichzelven in de schoonheid gansch uitleven | 72 |
Wij kunnen niet meer leven zonder U | 74 |
Eens komt de gouden tijd, dat alle verzen | 76 |