Liederen. Deel 4(1920)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendNieuwe liederen der gemeenschap Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] XXV. Op het Njewka Prospekt, bij Dimitri Zitten kunstenaars bijeen, zij spreken Over schoonheid. In de lucht is stilte, Er is dreiging van de revolutie, De gelaten der voorbijgangers, Zijn gesneden als uit vochtig lood. En de oogen staren angstig, vele Gaan met kinderen aan handen, haastig, En hun kleine woorden ritselen. Vensters hoort men dichtslaan en een deur Zeer behoedzaam wordt geopend, en Een vrouw, te schijnen staat zij aan het huis, Ziet voorzichtig in de loode dreiging; Heden zullen de arbeiders samen- Komen en getuigen met hun leven, Voor het wereldwijde Socialisme, Dat de menschheid communistisch maakt, Beven zullen de bezitters nu De oude maatschappij schudt als een wrak En zij zelven heengeslingerd over zeeën Worden weggeworpen in den mist Angstaanjagend zal het loeien opgaan, Uit de kelen der getroffenen, Nu de werker als een zee, oproert Weg te spoelen, die bezitten [pagina 62] [p. 62] De gestolen waarde van zijn arbeid, Ziet de werker is bewust geworden, Ziet de werker is geheel ontwaakt, Ziet hij heft den scherpgesneden kop, Ziet hij heft de scherpgesneden handen, Ziet hij heft de hersenen en spieren Van het onbekwame slavenlijf, Ziet het oude moede slavig beest In zijn schapenvacht, bedronkene Wiegende in waggelende gang, D'oude moejik is een mensch geworden, D'oude moejik is een hoog, een groot, Een edel mensch, een Communist geworden, Beeft gij bergen, hoogere dan gij, Op de oude aarde is verschenen, Een wiens handen reiken naar het licht. .......................... .......................... Op het Njewka Prospekt - bij Dimitri Zitten kunstenaars bijeen; Zij spreken. Vorige Volgende