Liederen. Deel 2(1918)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendLiederen der gemeenschap Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] [Zoo lekker, voor jezelven henen, schrijven] Zoo lekker, voor jezelven henen, schrijven Wat er voorvalt in je denkverblijven; Aan god, noch tijd, noch mensch gebonden zijn, En zitten voor jezelven Soeverein. En de woorden hooren, daar zij komen Tot U, om te worden opgenomen; Sommigen hunner vallen weg, uiteen Gij herinnert U daarvan niet één. Andere toeven eensklaps aan uw zijde, En ge ziet ze, schuin, of van ter zijde; Andere blijven lichtend voor U staan; Gij wilt grijpen en zij zijn vergaan. Ook verschijnen er uit verten, aangedreven Op een kleuren-boot, met opgeheven Wimpel, statig en van lijnen rank, En zij ploegen in het water klank. [pagina 73] [p. 73] Sommige zijn zwanen aangedreven, Andere meeuwen die op grachten sneeuwen, Of als dobberende grotjes schuim, Ook is er een worp van stukjes kruim. Er zijn vonkels vallend op de aarde, Dat zijt gij, dat is uw binnengaarde; En zij stijgen in een rythmenklop, Zooals stengels uit de gronden, op. Er zijn boomen, er zijn bergenruggen, Dalen, heuvels, en ook velden vlugge, Zeeën, luchten en een horizon, Steenen, sterren, rotsen en een bron. - Zoo lekker, voor jezelven henen, schrijven Wat er voorvalt in je denkverblijven Aan tijd noch god noch mensch gebonden zijn, Zitten voor jezelven Soeverein. Vorige Volgende