Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Liederen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,32 MB)

Scans (4,62 MB)

ebook (2,90 MB)






Genre
poëzie

Subgenre
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Liederen. Deel 2

(1918)–A. van Collem

Liederen der gemeenschap


Vorige Volgende
[p. 64]

[Wanneer het zomer werd sloeg aan mij uit]

 
Wanneer het zomer werd sloeg aan mij uit
 
Het roode harst van dennen in de zonne,
 
Ik wasemde de dampen uit van kruid,
 
Waarvan de lente vezels had gesponnen.
 
 
 
Gestadig werd mijn hoofd verheugd met licht,
 
Ik ruischte zooals windbestoven blaren,
 
Ik stond gelijk een windzuil opgericht,
 
Gereed langs hemel, zee en aard te varen.
 
 
 
Ik heb gegeten van de hemelspijs,
 
Die opgedekt staat aan het ochtendverre,
 
Ik ging met gouden wolken op de reis,
 
En zat te kijken van de gele sterren.
 
 
 
Ik ben tot nacht geworden en tot dag,
 
De maan en sterren heb ik ingenomen,
 
En bij den schemer dien ik wiegen zag,
 
Vreemde gestalten heb ik aangenomen.
[p. 65]
 
Nu ben ik niets meer en ik los mij op
 
In deze verzen van doorleefde woorden,
 
Wellicht hoort gij daarin mijn harteklop,
 
En wordt bekoord door wat eens mij bekoorde.

Vorige Volgende