Liederen. Deel 2(1918)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendLiederen der gemeenschap Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] [Als gij aan de minste mijner geeft] Als gij aan de minste mijner geeft Uwe woorden tot een welbehagen, Zooals hij die menschenliefde heeft, En haar weet op klanken uit te dragen, Als gij met uw oogenopslag reikt Naar de wezens die U nader komen, Zooals doet de lente waar hij strijkt Over velden en de ochtendstroomen, Als gij maakt het neigende gebaar Dezer die zich aan het kleine geven En uit allen, stille kunstenaar, Weet te heffen het verholen leven, Als gij wordt eenvoudig als het gras Uitgekomen aan het lijf der velden, Dat niet anders weet dan dat het was Op de aarde iets, dat vreugd' wil melden, Als gij al dit alles hebt gedaan Steeds gegeven en nooit iets ontnomen, Dan zal schoonheid in uw leven staan En uit alle Uwe daden stroomen. Vorige Volgende