Werk
Volgens Betty van der Plaats is het leven hard en hebben kinderen daarom zo lang mogelijk recht op een gelukkige en rustige kindertijd. In de boeken die zij lezen moeten zij zich veilig kunnen voelen. Betty van der Plaats houdt niet van het beschrijven van grote problemen in kinderboeken, maar wil haar lezers daar juist tegen beschermen.
De schrijfster wil met haar boeken bijdragen aan een positieve vorming van het kind. Vanuit deze sterke overtuiging schreef ze zowel voor jonge kinderen als de oudere jeugd. Door haar pedagogische verantwoordelijkheid stelde ze hoge eisen aan zichzelf. Qua taal- en denkwereld wilde ze aansluiten bij de belevingsswereld van het kind. Het kind staat altijd centraal, en deze nauwe betrokkenheid maakt een essentieel onderdeel uit van haar boeken. Het kind zelf is haar grote inspiratiebron.
Betty van der Plaats houdt de leef- en denkwereld van een kind bewust heel simpel. De beschreven gebeurtenissen staan op zichzelf en hebben geen diepere betekenis. De handelingen staan voorop en zijn het concrete niveau waarop het verhaal zich afspeelt. De hoofdpersoon, meestal een meisje, wordt gesitueerd in een traditioneel gezin. De vader is de strenge leidende figuur en de moeder is lief. Het meisje heeft ongeveer dezelfde leeftijd als de lezer voor wie het boek bestemd is. Ook het karakter en het