Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 457]
| |
Aan W. van Ravesteynaant.‘Clos du Hérisson’ Chemin des Fours-à-Chaux (Les Routes) Toulon (Var) 25.xii.1945
Waarde van Ravesteyn,
Myn briefkaart ddo eind-october acht ik in Uw bezit, en uit Uw stilzwygen sedert 22 september, datum van Uw laatste signe de vie, maak ik op dat U niet bent geslaagd in Uw pogingen myn ‘Epître aux Hollandais’ en myn relaas van ons wedervaren in de benarde veste Toulon hier of daar onder-dak te brengen. Dit spyt my natuurlyk wèl, ofschoon ik my met een philosophisch ‘tant pis!’ daarby neerleg, zooals dat, geloof ik, in Holland heet. Maar nu vind ik, in Nouvelles de Hollande, het door het ‘Bureau d'Information du Gouvernement des Pays-Bas’ te Parys uitgegeven weekblaadje, het inliggend berichtje. Zou er, in dit Vry Nederlandsch Liedboek-in-wordingGa naar eindnoot1, misschien plaats zyn voor myn Epître? Dit is, wel is waar, niet in het hollandsch geschreven, maar zou dit een onoverkomelyk beletsel zyn? Misschien willen de uitgevers, uitzonderlykerwyze, gastvryheid verleenen aan dit met on-hollandsche hartstochtelykheid geschreven poëem, afkomstig van een zyn heele-lange-leven-lang onverzoenlyk anti-teutoonsche ‘résistant’ en onvermoeid waarschuwer van zyn oud-landgenooten tegen het Beest Autre chose! Een neef van my - de zoon van myn door de Duitschers verdonkeremaande, en, vermoedelyk, vermoorde zuster - stuurde my een aantal hollandsche kranten, waar-onder Elseviers Weekblad, dat my nog al eclectisch lykt en waar-in o.a. een artikel voorkomt van Anton van Duinkerken.Ga naar eindnoot2 Vergis ik my nièt, dan was v.D., o.a. een van de medewerkers aan het Critisch Bulletin, dat dikwyls bydragen van Uwe hand opnam. U kent hem, ongetwyfeld. Zou het, indien hy tot de gerégelde medewerkers aan Elseviers Wbld behoort en daar dus misschien eenigen invloed kan uitoefenen, mogelyk zyn dat ik daar, via Uw en zyn bemiddeling, nu en dan - laat my zeggen één keer in de maand - een bydrage, in wélken vorm dan ook, geplaatst kan krygen? (Politieke - of nièt-politieke Brieven uit Frankryk b.v.; paradoxale of nièt-paradoxale beschouwingen... het liéfst paradoxale!) Ook was er by de zending een nummer van de Groene Amsterdammer, Onafhankelyk | |
[pagina 458]
| |
Weekblad voor Nederland en Vlaanderen (redactie S. Davids en A. Koolhaas), een ex. van De Vlam (Weekblad voor Vryheid (hum!!!) en Cultuur) en een van J.M. Je Maintiendrai (Weekblad voor Personalistisch (sic!) Socialisme.) Bestaat er, Uws inziens, éénige kans dat de herrezen Groene, blykbaar nièt meer en-chef-geredigeerd door myn heldhaftiglyk-anoniemen verguizer Victor van Vriesland, kort voor den oorlog ‘eervol’ ontslagen uit de Nieuw Rotterdamsche dienstbaarheid, copy van myne hand zou willen opnemen? Het kan my, zooals U weet, niet schelen waar ik schryf als ik maar schryven kan wat ik wil. Wat U nièt weet maar misschien kunt vermoeden, is, dat ik, hóe dan ook, in den kortst-mogelyken tyd werk moet hebben om niet onder te gaan. Ik heb, sedert ruim zes jaar, geen centime verdiend en wy hebben, al dien tyd, geteerd en teeren nog op de met den dag schameler wordende restanten van in de vette jaren bespaard ‘kapitaal’. (Deze confidentie volstrèkt... en, pleonastisch, confidentieel!) Myn boeken hebben my weinig opgebracht en van hérdrukken zal zeker geen sprake kunnen zyn. Maar als ik nu, door een eenigszins geregelde medewerking aan kranten of tydschriften in Holland, my een inkomen van laat my zeggen 80 à 100 gulden in de maand zou kunnen verzekeren, dan ‘komen’ wy er wel. Ook zou ik wel, voor uitgevers, vertaalwerk willen doen! Misschien zal dit te vinden zyn? Maar het liefst zou ik éigen werk willen leveren, iets waartoe ik my, ofschoon de 81 ruim gepasseerd, nog bést in staat acht! Hoe demokratziger de wereld wordt, hoe afkeeriger ik van dezen vorm van ‘vooruitgang’, waarvan de popularisatie, en de vulgarisatie, van [de] atomische bom - aanstonds in alle handen en à la portée de toutes les bourses! - het eind-stadium belooft te worden. Wait and see! Waarmee ik maar zeggen wil dat ik door myn schryvery nog héél wat tydgenooten zal kunnen irriteeren en dus interesseeren. En misschien énkelen, héél énkelen wel is waar, wakkerschudden uit de doodelyke droom. De questie is maar plaats en gelégenheid te vinden voor myn on-en-anti-conformistische ontbqezemingen. (A propos van de Democratie! Hoe vindt U de rüssische? En what about de moscovitische intrigues met betrekking tot Azerbeïdjan,Ga naar eindnoot3 dat met alle geweld opgenomen wil worden in de Sovièt-Unie? En van de provocaties ten-opzichte van Turkye?Ga naar eindnoot4 En van de nauwelyks-verkapte opslorping van BulgaryeGa naar eindnoot5 en Yoego-SlaviëGa naar eindnoot6 - in afwachting van vérdere, op-handen-zynde, absorpties - door de groote ‘proletarisch-dictatoriale’ republiek, by wier leiders - voor een groot deel aansprakelyk voor | |
[pagina 459]
| |
de pas geëindigde wereld-slachting! - ‘alles trouweloosheid is en verraad’. (Dit laatste is een aanhaling van hetgeen ik, tien jaar geleden, schreef op blz. 427 van myn boek: Van Anarchist tot Monarchist.) ‘Hoe gaarne zou ik U weer eens willen zien en spreken’, zegt U, aan het slot van Uw kaart ddo 22 september. Dit verlangen, beste v.R., is wederkeerig! Maar ook ik kom, tout comme vous, tot de conclusie dat ‘dit, helaas, onmogelyk’ is. Voor het tegenwoordige, ten-minste. Maar wie weet?? Ten slotte nog een vraag, waarvan ik, in spanning, de beantwoording verbeid: Hebt U my, misschien, geschreven na Uw briefkaart van 22 september? Zoo ja, dan is Uw epistel - kaart of brief - niet in myn bezit gekomen, hetgeen, vrees ik, het geval is geweest met nog andere, door my uit Holland verwachte correspondentie. U dient te weten dat hier by voortduring buitenlandsche postzegels - en onder de nieuwe höllandsche zyn er heel mooie! - sans gêne worden gestolen van de enveloppes. Een poos geleden vond ik 2 maal een voor een gedeelte van de postzegels beroofden brief in myn bus, en sedert myn opmerkingen daaromtrent by den onze wyk bedienenden brieven-besteller - die natuurlyk ‘van niets wist’ maar dien ik verdenk! - kryg ik zoo goed als niets meer uit Holland. Ik vrees nu dat de dief - of de dieven, die zonder twyfel hier ter-stede zyn - myn correspondenties eenvoudigweg verdonkeremanen, postzegels, enveloppes en inhoud. Ik wil hier het myne van weten, om, eventueel, een gefundeerde klacht te kunnen indienen by qui de droit. Zoudt U de vriendelykheid willen hebben, en de moeite doen, my Uw antwoord op dézen brief aangeteekend toe te zenden, en my te zeggen of U my, al of niet, naar Toulon hebt geschreven sedert Uw kaart ddo 22 september? U zoudt my daardoor zeer verplichten. Met myn zeer hartelyke groeten en beste wenschen voor U-zelf en de Uwen, voor het komende en voor X-aantal volgende jaren.
t.à.v. Alexandre Cohen
Hierby een paar uitknipsels die U, dunkt my, zullen interesseeren.
Let, s.v.p., op het veranderd adres. Wy zyn niet verhuisd, maar onze wèg is verdoopt. Die Moneiret zal een reactionnaire ‘ennemi du Peuple’ zyn geweest.Ga naar eindnoot7 |
|