Moederweelde.
Kindeke klein, kindeke-mijn,
Jij met je krulletjes, zij-ig en fijn,
Jij met je wangetjes, rozig en zacht,
Met je klein mondje, dat minnelijk lacht -
Kindeke klein, kindeke-mijn,
O, wat het heerlijk is, moeder te zijn!
Kindeke fijn, kindeke-mijn,
God gaf je lichaampje, broos nog en klein,
God gaf je zieltje als een schat mij ten pand.
Dat ik je leide naar 't Hemelse Land.
Kindeke fijn, kindeke-mijn,
O, wat het ernstig is, moeder te zijn!
Kindeke klein, kindeke-mijn,
Was er de wereld maar zuiver en rein,
Niet zo vol zonde en ach, niet zo vol kwaad,
Kon ik je veil'gen voor alles wat schaadt!
Kindeke klein, kindeke-mijn,
O, wat het angstig is, moeder te zijn!
Kindeke fijn, kindeke klein -
Heiland, U breng ik dit kindeke-mijn!
Draag het ten leven of draag het ten dood,
Neem het mij klein of bewaar het mij groot!
Kindeke klein, kindeke-mijn,
Veilig is 't, dicht bij den Heiland te zijn.
Uit: Christelijke Kunst.
J.M. Westerbrink-Wirtz.
|
|