De tuin der fantasie
(ca. 1935)–Frans Coenen, W.G. van de Hulst, G. Schrijver, J.B. Schuil, Theo Thijssen– Auteursrecht onbekend
[pagina 9]
| |
2.[regelnummer]
Zijn trouwe Vaderogen
Zien alles van nabij;
Wie steunt op zijn vermogen,
Dien dekt en zegent Hij:
Hij hoort de jonge raven,
Bekleedt met gras het dal,
Heeft zelfs voor wormen gaven,
Ja, zorgt voor 't gans heelal.
3.[regelnummer]
Gij aardrijks woest gewemel,
Gij, die in 't water zweeft,
Of onder zijnen hemel,
Of in zijn hemel leeft,
Gij alle zijne werken
Ontdekt bij dag en nacht,
In 't voeden, hoeden, sterken,
De goedheid zijner macht.
4.[regelnummer]
Roem, Christen! aan mijn slinke
En rechterzijd' is God;
Waar ik machtloos nederzinke,
Of bitter lijd', is God:
Waar trouwe vriendenhanden
Niet redden, daar is God;
In dood en doodse banden,
Ja, overal is God!
|
|