Vlaamsche sagen uit den volksmond
(1921)–Alfons de Cock– Auteursrecht onbekend
[pagina 19]
| |
b) Heksenkunst dient overgenomen.6. Een heks, die niet sterven kon.M... B..., een jonge boerin uit Kessel, geldt aldaar voor een tooveresGa naar voetnoot(1); zij heeft de kunst overgeërfd van haar moeder, die tijdens haar leven algemeen als heks werd beschouwd. De oude boerin was meermaals in stervensnood en bediend geweest, doch herstelde telkens weer, want ze kon niet sterven, doordat ze nog geen erfgename voor hare heksenkunst had gevonden. Zij bezat twee dochters, en de oudste wou van zoo'n erfenis niet weten; eindelijk aanvaardde de jongste dochter, vooral uit medelijden, toen ze zag dat moeder de muren opkroop van de pijn. Nauwelijks had het meisje toegestemd, of moeder gaf den geest.
(Kessel.) Vgl. STRACKERJAN, Aberglaube u. Sagen aus Oldenburg, I, 173. | |
7. Door den pastoor verlost.In den laatsten tijd is ook te Lier een tooveres geweest, die, bij gebrek aan een erfgename voor haar kunst, in de onmogelijkheid was te sterven. Eindelijk is men den pastoor gaan halen, die haar door belezing en bezwering verlost heeft, en dan blies ze den adem uit.
(Kessel.) Verteld door Fl. Mariën, een dienstmeid uit Kessel (25 j., in 1913) | |
[pagina 20]
| |
8. Tooverkunst overerven.Th. V. L... was een stokoude vrouw en werd dan ook, zooals 't overigens op den buiten meesttijds gaat, als een tooverheks aanzien. Verscheidene dagen reeds had zij met den dood te worstelen, doch zij kon niet sterven, omdat zij, met den duivel omgaande, zoolang in zijn macht was, tot zij haar tooverkunst aan een van haar vrouwelijke nakomelingen overgelaten had. Haar eenige dochter A... wilde er maar niet van hooren, en vandaar die schrikkelijke doodstrijd. Eindelijk, door het onmenschelijke lijden van haar moeder getroffen, nam zij de rampzalige erfenis uit haar handen over. Nu kon moeder V. L... gerust het hoofd neerleggen en den laatsten adem uitblazen.
(Denderbelle.) |
|