Edesche verlustingen of geestelijcke gezangen en lof-zangen(1677)–Joannes Cloeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Bede voor de Maaltijdt. Toon:{Psalm 100. of 134. {Christe die du bist dag en licht. I. O groote God! die al wat leeft Op aarden steedts zijn voedtzel geeft, En houdt voor alles open dis, Verzadet all wat levend’ is. II. U gunst heeft wederom goedelijck, Dees’ tafel overvloedelijck Met spijs en dranck ons toebereyd, Tot onderhoud in matigheyd. III. Stort uwen rijcken zegen Heer! Op dese uwe gaven neer, Want ‘t is de spijse niet die voed, Maar uwen zegen leven doet. IV. Behoed my doch voor overdaad, Als ick u goetheyd proef, zoo laat Mijn hert niet hangen aan de aard’, Maar zig verheffen Hemel-waard. V. Laat oock mijn ziele zijn verzaat, Met spijs die nimmermeer vergaat, En ‘t hert met Hemels Man verquickt, Mijn ziele met genaâ verrickt. VI. Op dat ick in u Koninckrijck, Mag met u kind’ren eeuwiglijck Aanzitten, en door u aanschijn Met vreugt altoos verzadight zijn. Vorige Volgende