Oriejo
Zoals een wereld bestaat als de onze, zo is er ook een wereld onder het water, hebben de oude Indianen verteld. Op de bodem van de zee is er een grote stad.
Deze stad wordt bewoond door de nakomelingen van Oriejo. Wie is nou deze Oriejo?
Oriejo, zeggen de Arowakken, is de moeder van de slangen. Nu wonen onder het water van alle rivieren de kinderen en kleinkinderen van Oriejo. De familie Oriejo bewoont kampen en zelfs planken huizen zoals wij.
He daar! wat zie ik daar boven ons vliegen? schreeuwde moeder Oriejo. Haar kinderen en vele kleinkinderen keken ook omhoog. En allen zagen vele schepen voorbij varen.
Maar de familie Oriejo weet niet wat schepen zijn. Daarom noemen ze de schepen papegaaien.
Zoals ik al eerder zei, wonen in alle rivieren leden van de familie Oriejo. En meestal deden ze de Indianen kwaad. Alleen met behulp van de piaaiman konden de Arowakken weerstand bieden tegen de boze Oriejo's.
Het gebeurde eens, dat een groot schip op zee verging. De vroegere Arowakse Indianen zeiden toen, dat Oriejo het schip met haar scherpe pijlen had beschoten. Daarna hadden de watergeesten zich meester gemaakt van het schip. Ze vonden het schip heel mooi. Zij zagen ook hoe de drenkelingen zwommen. Toen dacht Oriejo dat het jonge papegaaien waren.
Het waren steeds weer schepen op zee en korjalen in de rivieren, die zij boven hun hoofden zagen.
De watergeesten vingen een paar papagaaien (die dus mensen waren) en bakten ze in grote pannen.
Het gezonken schip werd door de familie heel mooi versierd. Al de kinderen en kleinkinderen van Oriejo werden uitgenodigd om een groot feest met hen mee te vieren.
Toen de uitgenodigden waren gekomen was het huis van Oriejo te klein om alle gasten te bevatten.
O, wat waren er veel kleinkinderen op het feest met hun ouders meegekomen.
Bij aankomst reeds begonnen ze spelletjes te spelen. De ouders babbelden aan een stuk door met elkaar. Want ze hadden veel nieuws om elkaar te vertellen.
Oriejo, de moeder van de onderwaterslangen zat deftig op een reuze kaaiman die haar stoel was.
Ontelbare vissen zwommen aan en af.
‘Ziezo’, sprak de oude Oriejo, ‘ik heb jullie uitgenodigd om mijn