zij genoeg van de regen, dan deden zij weer een beroep op de wind om de donkere regenwolken weg te blazen.
Doch bij dit alles was er een ‘maar’.
Niet altijd kwam de wind zo gewillig als een klein kind aanwaaien. Maar de Indianen hadden vele manieren om de wind op te roepen en te lokken.
Een van de manieren was, dat de Indianen zijn bijnaam gebruikten. Die bijnaam was: Sare Werakare. Dit betekende: de lendendoek is vuil.
Hoorde de wind deze bijnaam, dan had het geen missen dat hij boos werd, en met grote kracht kwam aangewaaid. Hij kon dan alles doen wegwaaien.
Het was eens in de grote drogetijd. De Indiaanse mannen hadden hun kostgronden opengekapt. Na enkele weken moesten ze er de brand in steken. Het vuur werd overal aangestoken. Maar het wilde niet lopen, het greep niet om zich heen. De wind wilde niet helpen.
De Indianen schreeuwden hun keel uit om de wind op te roepen maar hij kwam toch niet aanwaaien. Toen riepen zij zijn bijnaam, doch hij bleef nog weg.
Zij werden boos op hem, en keerden naar huis terug.
Het was middag geworden en de kinderen speelden hun laatste spelletjes voor de kampen.
Toen gebeurde het. Er kwam een zacht windje aangewaaid. Een fris, koud windje streek over het dorp. Was dat misschien een slechts voorteken? Toen kwam een sterkere windvlaag, zo sterk dat een meisje als een hond over de grond werd weggerold.
De Indianen begonnen verwonderd toe te kijken naar de windvlagen die aan hun kampen begonnen te rukken. In de avond regeerde de wind in het dorp als een woesteling. Hij blies de kampen over.
De ene windhoos na de andere kwam aangezet. Op het laatst werd het hele dorp weggeblazen door de wind.
Terwijl de ramp zich voltrok hoorden de Indianen een stem die bulderde: ‘Voortaan zullen jullie me niet meer toeroepen: Sare Werakare, je lendendoek is vuil.’.
Tot vandaag kan geen enkele Indiaan meer de plaats aanwijzen waar het dorp lag dat door de wind gestraft werd.
En van die dag af noemen de Indianen de wind niet graag meer bij zijn bijnaam.
Stel je voor dat hij weer verbolgen op hen zou raken en weer zo te keer zou gaan.