Wanneer een Indiaan een aasgier had gedood, werd Anoewa vreselijk boos en spookte door het dorp. Grote keistenen vlogen door het dorp, de kinderen werden ziek en vele stierven. Zo nam Anoewa wraak. Ook volwassenen werden ziek. Het kon gebeuren dat de man die de aasgier gedood had, jarenlang ziek bleef. Zo teisterde Anoewa de Indianen.
Op een dag zagen de Indianen ontelbare stinkvogels heel hoog in de lucht zweven. De hemel was bijna niet meer te zien door de enorme wolk stinkvogels. Ze wiekten allemaal dezelfde richting uit. Het leek alsof er geen einde kwam aan het voorbijtrekken van de duizenden aasgieren.
De Indianen vroegen zich beangstigt af, wat dit vreemde verschijnsel toch wel had te beduiden. Zouden de vogels misschien een aanval doen op de aarde?
Het voorbijvliegen van de aasgieren duurde vele dagen lang. Onzekerheid en angst heerste in alle dorpen.
Tenslotte trokken de laatste stinkvogels voorbij, zonder dat er iets bijzonders was gebeurd. Vanaf die dag, zeggen de Indianen, zijn er bijna geen stinkvogels meer te zien. De legende zegt, dat Anoewa, de moedergeest, met de overgrote meerderheid der stinkvogels verhuisd is naar betere oorden.