Is dat goed Nederlands?
(1998)– Charivarius– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
lenen grote bekoring aan zijn vertoog. Zij verduidelijken en versterken zijn stellingen zoals goede illustraties een verhaal verlevendigen. Bovendien bewijzen zij zijn belezenheid en wekken daardoor vertrouwen in zijn kennis. Maar welk nut hebben de afgezaagde aanhalingen waarmede wij gewoonlijk verveeld worden? De gemene schrijver of spreker kiest eenvoudig een exemplaar uit de kleine voorraad van gebruikelijke aanhalingen - hij citeert citaten. Hij veinst belezenheid en verraadt zich dan veelal door de onjuistheid van zijn citaat. Want herhaaldelijk overgenomen zinnen worden zelden zuiver bewaard; een bericht dat van mond tot mond gaat bevat ten slotte niet veel waarheid meer. Sommige fouten worden zo dikwijls herhaald dat zij - ten onrechte - door het gebruik geijkt worden geacht, zoals ‘Barbertje moet hangen’ en ‘Hij kent zijn Pappenheimers’. Ten onrechte - liegen wordt geen deugd doordat er veel leugenaars zijn. De schade door deze fouten aangericht is drieërlei: vernietiging (A), verzwakking (B) of onjuiste weergeving (C) der oorspronkelijke gedachte. Onder C rangschik ik de aanhalingen waarin niet de gedachte veranderd is, maar de woorden; dan is de fout zeker van minder betekenis, maar wie een andermans produkt gebruikt, behoort genoeg eerbied voor hem te hebben om het gaaf te vertonen. | |
AKunst is geen regeringszaak (de staat onthoude zich van aanmoediging of steun). Deze uitspraak wordt aan Thorbecke toegeschreven. Hij heeft echter gezegd, doelende op een tentoonstelling | |
[pagina 94]
| |
van schilderijen: ‘Ik zal niet zeggen dat ik er geen belang in stel, maar het is geen zaak van de regering. De Regering is geen oordelaar van wetenschap en kunst.’ En later: ‘De kunst is geen regeeringszaak, in zooverre de Regeering geen oordeel, noch eenig gezag heeft op het gebied der kunst. Dit is de zin waarin ik gesproken heb.’ (Parl. Redevoeringen, 1862). Rekent de uitslag niet, maar telt het doel alleen. Deze vermaning, in het algemeen geuit, zoals dat gewoonlijk geschiedt, heeft geen zin. In het oorspronkelijke zijn rekent en telt niet imperatief maar indicatief. De schrijver vermeldt eenvoudig dat het vaderland de uitslag niet rekent maar slechts het doel telt: 't Erkentlijk vaderland - rekent d'uitslag niet, maar telt het doel alleen. (H.C. Tollens, Nova Zembla). Hij kent zijn Pappenheimers (hij weet wat hij van zijn mensen te wachten heeft en hoe hij ze moet aanpakken). De leider der tien kurassiers van Pappenheim: Barbertje moet hangen (de tegenstander is niet voor rede vatbaar). Lothario is beschuldigd van moord op zijn vrouw, Barbertje. De rechter zegt: ‘Die man moet hangen.’ Lothario ontkent, zeggende dat hij integendeel altijd zeer goed voor haar geweest is. Barbertje verschijnt als levend bewijs van zijn onschuld. Maar nu beschuldigt de rechter hem van zelfingenomenheid, handhaaft het vonnis en zegt: Gerechtsdienaar, voer dien man weg, hij moet hangen. Bezit uw ziel in lijdzaamheid (verdraag geduldig). Dit | |
[pagina 95]
| |
is de onjuiste aanhaling van een onjuiste zin. Lukas XXI, 19 luidt volgens de oude vertaling: Bezit uwe zielen in uwe lijdzaamheid. De nieuwe vertaling heeft dit aldus verbeterd: Door uw standvastigheid zult ge uw leven winnen. Standvastigheid drukt moed en kracht uit; lijdzaamheid duidt een werkloze, zwakke houding aan. De stem des roependen in de woestijn (vergeefse oproep), Markus I, 3. De stem, de oproep van Johannes werd integendeel met grote aandacht en instemming vernomen: Tot hem nu gingen het geheele Joodsche land en alle Jeruzalemmers uit, en zij werden door hem in de rivier den Jordaan gedoopt. (Vs. 5, Nieuwe Vertaling) Tout savoir c'est tout pardonner (bij juiste kennis van zaken vergeeft men ook het ergste). Dit is oppervlakkige onzin. De juiste vorm is ‘Tout compendre c'est tout pardonner.’ Verplaats u geheel op het standpunt van den dader, dan zult gij hem kunnen vergeven; niet als gij alles weet, maar als gij alles begrijpt. Maar ook deze spreuk is een verbastering; zij is kennelijk ontleend aan dit gezegde van Mad. de Staël: Tout comprendre rend très-indulgent, et sentir profondément inspire une grande bonté. (Corinne) Les absents ont tort (de afwezigen hebben ongelijk). Dit gezegde, in de Verleden Tijd, komt veel voor in concert- en toneelverslagen; de recensent doelt dan op het slechte bezoek: de afwezigen hebben veel moois gemist. De betekenis is echter: men vergeet de afwezigen, of men behandelt hen zo dat zij nadeel ondervinden van hun afwezigheid; men eerbiedigt hun rechten niet omdat zij niet aanwezig zijn om die te verdedigen. Laisser faire, laisser aller (onverschilligheid). | |
[pagina 96]
| |
Verwarring van de spreuk der Physiocraten: laissez faire, laissez passer (de staat onthoude zich van inmenging in het economisch leven) en de term laisser aller (zorgeloosheid). Er is meer tussen hemel en aarde dan uw filosofie vermoedt. Dit is een banaliteit: uw filosofie kan niet alles tussen het uitspansel en de grond verklaren. De fout ligt in het voorzetsel. Het oorspronkelijke luidt: There are more things in heaven and earth, Horatio, Er zijn meer bovenaardse en aardse dingen dan uw filosofie bevroedt. Dit is niet banaal. East is East, and West is West, and never the twain shall meet. Deze woorden worden steeds aangehaald met weglating van wat er op volgt, waardoor de gedachte het tegenovergestelde is van de oorspronkelijke. Oh East is East and West is West, and never the twain shall meet, till earth and sky stand presently at God's great judgement seat; Ook de goede Homerus slaapt wel eens (vergissen is menselijk). Dit zegt men gewoonlijk ter vergoelijking van een fout. Het is de verkeerde aanhaling van deze regel: Indignor, quandoque bonus dormitat Homerus. Indignor wordt verzwegen en quandoque verkeerdelijk vertaald door soms. De onjuiste aanhaling verandert dus een verwijt in een vergoelijking. | |
[pagina 97]
| |
Habent sua fata libelli (de boeken hebben hun lot). Dit is beuzelpraat. Het is een brok van deze regel: Pro captu lectoris habent sua fata libelli. ‘De een zal mijn boek te uitvoerig vinden, de ander te beknopt, een derde niet duidelijk genoeg: het lot der boeken, enz.’ De verminking maakt van een pittige gedachte (de lezer maakt het boek) een waarheid als een koe. Van de doden niets dan goeds (verzwijg de fouten der doden). Dit is dwaasheid. Het oorspronkelijke luidt: De mortuis nil nisi bene. (Diogenes Laërtius I, 3) Het betekent dat men over de doden alleen waardig en welwillend mag spreken. N.B. Wordt deze zin in het Latijn aangehaald, dan bevat hij veelal de fout mortibus. Mors (mortibus) is de dood; mortuus (mortuis) is de dode. Risum teneatis, amici! De gewone vertaling, ironisch bedoeld: ‘Lacht niet, mijne Heren!’ is naar vorm en inhoud onjuist. Teneatis is geen imperatief (tenete), maar subjunctief. Horatius, de noodzakelijkheid van eenheid in een kunstwerk besprekende, zegt ongeveer: ‘Als een schilder u zijn schilderij toonde - een mensenhoofd op een paardenek, waaronder allerlei ledematen, een mooie vrouw eindigende in een lelijke vis, zoudt gij dan uw lachen kunnen houden, vrienden? (Ars poetica, 5). Homo sum: humani nihil a me alienum puto (ik ben maar een feilbaar mens: geen menselijke zwakheid is mij vreemd). Dit klinkt als een plechtige zin voor een ernstige gedachte. Maar het oorspronkelijke is heel wat luchtiger. Het is een nuchtere zin uit Terentius' blijspel Heautonti- | |
[pagina 98]
| |
morumenos (I, I, 25). De zelfkastijder zwoegt in zijn tuin en een buurman vraagt verklaring. ‘Wat gaat jou dat an?’ zegt de eerste ... Hebt ghy behalleven uw' eyge dingen dan ‘Ik ben mens en ik vind dat al wat den mens raakt, ook mij aangaat.’ (Antwoord op het verwijt van bemoeizucht). | |
BLe style c'est (tout) l'homme. Dit is een verbastering van le style est l'homme même. Les connaissances, les faits et les découvertes s'enlèvent aisément, se transportent et gagnent même à être mis en oeuvre par des mains plus habiles. Ces choses sont hors de l'homme; le style est l'homme même. (G.L.L. Buffon, Discours sur le style) De sterke tegenstelling hors de l'homme - l'homme même is in de verminkte aanhaling geheel teloor gegaan. C'est le ton qui fait la musique. Dit betekent: de wijze van spreken toont de bedoeling van den spreker. Maar la musique is te algemeen; met die zin doelt men op een bepaalde bewering. Juister is de in Frankrijk gebruikelijke vorm: C'est le ton qui fait la chanson. C'est le premier pas qui coûte. Dit beantwoordt aan het Nederlandse ‘alle begin is moeilijk’. Maar het oorspronkelijke is scherper gesteld: Il n'y a que le premier pas qui coûte. (Mad. Du Deffand) Alleen in deze vorm is de moeilijkheid der verdere stappen nadrukkelijk uitgesloten. La critique est aisée mais l'art est difficile. | |
[pagina 99]
| |
La critique est aisée et l'art est difficile. Deze schijnbaar geringe wijziging maakt van een poëtische regel een prozaïsch bericht. There's method in his madness (hij doet dwaas, maar consequent). Though this be madness, yet there is method in 't. (W. Shakespeare, Hamlet II, 2) It slaat waarschijnlijk op this: Hamlet's woorden. Ab uno disce omnes (beoordeel naar dit ene staaltje al het overige). Deze vertaling is onjuist: omnes is mannelijk meervoud en kan niet alles betekenen. Het oorspronkelijke luidt: Crimine ab uno disce omnes. (Vergilius, Aeneïs II, 65) Leer allen kennen door één misdaad, die van een hunner. | |
CEnde desespereert niet. Dispereert niet, ontsiet uwe vijanden niet, daer en is ter werelt niet dat ons kan hinderen. Der Mohr hat seine Schuldigkeit getan. Der Mohr hat seine Arbeit getan. (F. von Schiller, Die Verschwörung des Fiesko zu Genua III, 4) Das ist der Fluch der bösen Tat, dass sie stets Böses muss gebären. Das eben ist der Fluch der bösen Tat, dass sie, fortzeugend, immer Böses muss gebären. (F. von Schiller, Die Piccolomini V, 1) Wenn du zum Weibe gehst, vergiss die Peitsche nicht. Du gehst zu Frauen? Vergiss die Peitsche nicht! Mein Liebchen was willst du noch mehr? Du hast Diamanten und Perlen, Und hast die schönsten Augen - | |
[pagina 100]
| |
Langen und bangen in schwebender Pein. Langen und Bangen in schwebender pein Il y a des accommodements avec le ciel. Le ciel défend, de vrai, certains contentements; Plus que ça change, plus c'est la même chose. Plus ça change, plus c'est la même chose. (A. Kaar, Voyage autour de mon jardin, 55). Du choc des opinions jaillit la vérité. Du choc des sentiments et des opinions C'est la vérité qui blesse. Il n'y a que la vérité qui offense. (L. Martel, Proverbes français) l'Embarras de choix l'Embarras du choix C'est ainsi qu'on écrit l'histoire. Et voilà justement comme on écrit l'histoire. (Voltaire, Charlot, I, 7) What is a name? What's in a name? That which we call a rose, by any other name would smell as sweet. (W. Shakespeare, Romeo and Juliet II, 2) There's something rotten. Something is rotten in the state of Denmark. The man on the street, the right man on the right place The man in the street, the right man in the right place Multa, non multum (van alles wat, maar niet veel zaaks) Ajunt enim multum legendum esse, non multa. Ridendo dicere verum Quamquam ridentem dicere verum quid vetat? |
|