4. Let op honderden guldens, duizenden mensen. Die woorden zijn substantieven: honderdtallen, duizendtallen.
5. Doel vormt geen mv. Zeg: doeleinden, doelpunten, bv. militaire. Niet: doelstellingen, zie bl. 37.
6. Onjuist is te twee ure (à deux heures). Het mv. van uur is uren of uur. Zeg: te twee uren of om twee uur.
7. Verzamelwoorden als aantal, menigte: enk. of mv.:
Een aantal (= vele) leden waren (of was) tegenwoordig.
N.B. Een paar (enige) heeft steeds het meervoud.
8. De Redactie schrijft in de eerste persoon meervoud:
Wij vervolgen thans ons artikel over het kiesrecht.
Onjuist is het meervoud als klaarblijkelijk één persoon aan het woord is:
Als wij een woord ter inleiding van ons boekje mogen schrijven, willen wij onzen lezers allereerst onze verontschuldiging aanbieden, enz. (Getekend ‘De schrijver’).
Wij hadden het voorrecht den beroemden staatsman onder vier oogen te spreken. (Hier waren er minstens zes.)
Zoals wij hierboven opmerkten, wij voor ons kunnen deze soort van muziek maar matig bewonderen.
Door één persoon ondertekende krantenartikelen moeten dus steeds in de eerste persoon enkelvoud staan.
9. En: meervoud; zowel - als: enkelvoud:
Jan en Piet zijn geslaagd. Zowel Jan als Piet is geslaagd.