Is dat goed Nederlands?
(1998)– Charivarius– Auteursrechtelijk beschermdA. Nominatief-accusatiefEen woord kan niet in twee naamvallen tegelijk staan, kan niet zowel onderwerp als voorwerp zijn. Twee | |||||||||
[pagina 19]
| |||||||||
door en verbonden werkwoorden die verschillende naamvallen vragen, vorderen dus twee woorden, elk in zijn vereiste naamval; het tweede woord kan dan een synoniem of een voornaamwoord zijn. Die brief is niet tot mij gericht en beantwoord ik dus niet. Brief is onderwerp van gericht worden en voorwerp van beantwoorden, nominatief en accusatief tegelijk. Schrijf: Die brief is niet tot mij gericht; dat stuk beantwoord ik dus niet. | |||||||||
1. Hoofdzinnen (nevenschikking)
| |||||||||
2. Bijzinnen (onderschikking)Hier verschijnt de fout bijna uitsluitend in de volgorde accusatief-nominatief. Taalschut is een werk dat ieder moet bezitten en in geen boekenkast mag ontbreken. | |||||||||
[pagina 20]
| |||||||||
Onze taal is armoedig met al die moderne woordjes als ‘een verveeld gebaar’, wat je tegenwoordig dikwijls leest, maar volslagen onzin is. | |||||||||
B. Nominatief (of accusatief)-datiefNadat ik hem getroost en goeden raad gegeven had vertrok ik. Troosten heeft de accusatief, geven de datief; hem staat hier dus in twee naamvallen: ook hier moet een woord worden ingevoegd: Nadat ik den gevangene getroost en hem goeden raad gegeven had, vertrok ik.
| |||||||||
[pagina 21]
| |||||||||
N.B. Gemakkelijk sluipt deze fout in opsommingen: Zij doorzochten het huis, waarna zij de vrouw vastbonden, een prop in de mond stopten en blinddoekten. | |||||||||
C. Nominatief-genitiefDe verwarring nominatief-genitief komt minder dikwijls voor, doordat het verschil in de vorm der relatieven (die, wier, wiens) den schrijver gewoonlijk waarschuwt. Toen kwam een jonge man, wiens vader door de hand des boekaniers gevallen was en bij zijn graf plechtig zwoer hem te zullen wreken. De volgende zin, die er oppervlakkig lang niet lelijk uitziet, vertoont bij nadere beschouwing een samenpersing der vier naamvallen in één relatief: De edele vrouw, wier beide kinderen in den oorlog waren omgekomen en haar gansche vermogen aan onze stichting vermaakte, leeft in onze harten voort en zullen wij nimmer vergeten, noch de tol onzer dankbaarheid onthouden. |
|