scheepvaart is dit drijf-ijs dus uiterst gevaarlijk: menig schip is al in het ijs beklemd geraakt en tot gruis vermorzeld. Het drijf-ijs pakt zich dikwijls zó langs de kusten samen, dat de schepen niet aan het land kunnen komen. Met sleeën, door honden getrokken, wordt dan de reis over het ijs ondernomen. Zulke drijvende schollen of ijsvlakten zijn soms 60 of 70 mijlen lang.
In de Zuidelijke IJs-zee komen meer ijsbergen voor dan drijf-ijs; en de ijsbergen bereiken hier een grootte die in de Noordelijke IJs-zee onbekend is. Deze ontzaglijke ijs-massa's hebben hier gewoonlijk een tafel-vorm, met loodrechte wanden uit het water opstaande; het zijn ware ijseilanden; zij zijn soms een mijl lang en breed, en men heeft er gevonden die drie of vier zeemijlen lang waren; daarbij steken zij tot 200 voet hoog boven het water uit, als reusachtige tafelbergen.
Reizigers, die ver genoeg in de zuidelijke ijs-zee doordringen, vinden zich ten laatste tegengehouden door een onafzienbare lange ijs-muur, loodrecht opstaande, glad afgesneden van voren, zonder scheur of opening en bijna overal hoger dan 160 voet.
De tafel-ijsbergen keren zich ook somtijds om in het water en dan ontdekt men, dat zij van onderen vol grond en klippen zitten. Het schijnt dus, of het Zuidpool-land onder