Ons leesboek
(1905)–Jan F.E. Celliers– Auteursrecht onbekendJan F.E. Celliers, Ons leesboek. Hollandsch-Afrikaansche Uitgevers-Maatschappij v/h J. Dusseau & Co., Amsterdam / Kaapstad 1905
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur: BRUMG: ASJ 1755
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Ons leesboek van Jan F.E. Celliers uit 1905.
redactionele ingrepen
p. 10: in de illustratie staan twee verwijzingen naar een voetnoot. Om technische redenen is in deze digitale editie een voetnoot achter de illustratie geplaatst.
p. 61, 94: in het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 94: in het origineel is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
p. 111: n et → niet: ‘Hij hangt de aarde aan een niet.’
p. 146: n → in: ‘Voordat het water in de wijdere pijp komt...’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (II) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
ONS LEESBOEK.
[pagina III]
ONS LEESBOEK.
EEN LEESBOEK VOOR OUD EN JONG,
SAMENGESTELD EN BEWERKT
DOOR
JAN F.E. CELLIERS.
MET 26 AFBEELDINGEN
AMSTERDAM - KAAPSTAD.
Hollandsch-Afrikaansche Uitgevers-Maatschappij,
v/h J. DUSSEAU & Co.
1905.
[pagina IV]
Druk van J.H. de Bussy, Amsterdam.
[pagina V]
INHOUD.
Bladz. | |
Een woord vooraf | vii |
De Moedertaal | 1 |
Lezen | 2 |
Laat de wagens achter | 2 |
Gezelschapslied (W.J. v. Zeggelen) | 4 |
Het een en ander over de Planten | 5 |
Werken, Denken, Leeren (P.A. de Génestet) | 11 |
Een Presentje (Naar Justus van Maurik) | 12 |
Die Smid (Naar H.W. Longfellow) | 20 |
Samenstelling der Lichamen | 22 |
De Stoom-machine | 25 |
Nood leert deugd (Jacob Cats) | 29 |
De Oorspronkelijke Mensch | 29 |
Arbeidsvermogen, Warmte en Licht | 41 |
Het Vogelschieten (A.C.W. Staring) | 47 |
De Vrouw | 52 |
Ons Lichaam | 56 |
Ou Oom Willem aan zijn ou baatje | 68 |
De Bouwvallen van Babylon (M. v. Thielmann) | 70 |
De beste Vriend (P.A. de Génestet) | 74 |
Het Oog | 75 |
De grote muur van China (A. Brand) | 79 |
Nazareth (G. v. Orelli) | 82 |
De prikkels van het leven (W.J. v. Zeggelen) | 85 |
Bladvulling (Bacon) | 86 |
Ware Godsdienst en Schijn-Godsdienst) | 86 |
Bladvulling (Auteur onbekend) | 90 |
Jeruzalem (P. Baarts) | 90 |
Een kruis met rozen (P.A. de Génestet) | 95 |
Onze beperkingen | 96 |
Het Verkleurmannetje (A.C.W. Staring) | 99 |
De Landman en de beek | 100 |
Regen in de nacht | 103 |
De oude Romeinen en hunne vermaken | 104 |
Meester en leerling (A.C.W. Staring) | 106 |
Mohammed | 107 |
Oom en Neef (W.J. v. Zeggelen) | 108 |
De Aarde | 111 |
Vriendschap (W.J. v. Zeggelen) | 119 |
Gedaanteverwisselingen van onze aarde | 119 |
Levenslust (P.A. de Génestet) | 127 |
Wat een boeren-meisje gedaan heeft | 128 |
Bladvulling (Emerson) | 132 |
[pagina VI]
Smart (W.J. v. Zeggelen) | 132 |
De macht van het voorbeeld | 133 |
Moeder en kind | 137 |
Johannes Calvijn | 137 |
Des Landsmans avondmaal (W.J. v. Zeggelen) | 140 |
Zwaarte en Luchtdrukking | 142 |
Leuze der waarheidzoekenden (P.A. de Génestet) | 147 |
De Electriciteit en de Telegraaf | 147 |
Drie paren en één (P.A. de Génestet) | 155 |
De Brandwacht | 155 |
Een groot man | 156 |
Wolven in Rusland | 158 |
Puntdicht (A.C.W. Staring) | 158 |
Onvergankelijkheid | 160 |
Het Bloempje | 162 |
De krater Kilauéu (Reinhold Graaf Anrep-Elmt) | 163 |
Hans en Louw (A.C.W. Staring) | 166 |
Ontucht | 166 |
Neen (P.A. de Génestet) | 168 |
Warme fonteinen | 170 |
Vrijheid (A.C.W. Staring) | 172 |
Werp geen steen | 173 |
De liefste last (W.J. v. Zeggelen) | 174 |
Leiden in nood | 174 |
Het kleine is veiligst (A.C.W. Staring) | 179 |
De Maan | 180 |
Een les in de Philosophie (naar H. du Plessac) | 183 |
Apen-troost (W.J. v. Zeggelen) | 188 |
Ou Tonie | 189 |
Dagelijksch doen (A.C.W. Staring) | 199 |
De Hugenoten | 200 |
Geloof, Liefde, Hoop (W.J. v. Zeggelen) | 252 |
Het is maar voor een kind (Justus v. Maurik) | 252 |
Napoleon Bonaparte | 256 |
De IJs-streken | 265 |
Voorbijgegaan | 269 |
De lendenen omgord (P.A. de Génestet) | 275 |
Een paar opmerkingen over het vee en de behandeling der plaats-dieren | 276 |
Kanalen of waterwegen | 289 |
Zelfverloochening (P.A. de Génestet) | 292 |
Jan, Piet en Klaas (Naar J.J. Cremer) | 293 |
Het Geluk (A.C.W. Staring) | 298 |
Iets over de grond en de bemesting | 299 |
Een tamaai Spektakel (Naar Justus v. Maurik) | 308 |
Joris en zijn snuifdoos (W.J. v. Zeggelen) | 319 |
Een praatje over Regen en Onweer | 321 |