Ons leesboek(1905)–Jan F.E. Celliers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] De liefste Last. Wil hij U te ontworstlen trachten 't Springertje in zijn tweede jaar? Vrouw, de jongen wordt te zwaar Voor Uw zwakke lichaamskrachten. Dansend op den moeder-arm, Moet ge 'm torschen en bespieën; Op en neer van moeders knieën... Maakt hij U niet moe en warm? Schoon ge Uw antwoord niet verheelde, Schoon ge ‘ja’ knikt op die vraag, Draagt ge toch geen last zoo graag, Als dien last vol moeder-weelde. Ja, wij weten 't wat gij torscht, Last!... Kunt ge ons dat woord vergeven? ‘Zie mij’, zegt ge, ‘als 't jeugdig leven Ademt aan mijn dankb're borst!’ Last! De lichaamskracht kan falen; Moedersterkte wankelt niet, Waar zij 't leidend steunpunt biedt; Zou er andere kracht bij halen? Zelfs als 't jonksken U ontwast, Zal Uw onvermoeidheid spreken, Door Gods leiding af te smeeken, Moeder, voor Uw liefsten last. [W.J. van Zeggelen.] Vorige Volgende