Ons leesboek(1905)–Jan F.E. Celliers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Nood leert deugd. Als de kallek wordt begoten Met een kouden waterstroom, Dan wordt hare kracht ontsloten, Als ontsprongen uit een droom; Dan wordt eerst haar vuur ontstoken, Dat in haar verholen lag, Dan begint het uit te breken Dat men nooit te voren zag. Als de boomen staan en vechten Met den wind en zijn geweld, Dan is 't dat ze dieper hechten Hare wortel in het veld. Als de wijngaard wordt gesneden, En zijn welig hout gesnoeid, Dan heeft hij geen kwaad geleden, Want hij des te beter groeit. Vrienden, geeft het niet verloren, Als gij valt in tegenspoed; Want daar is de tucht geboren, Daar is ook de deugd gevoed. [Jacob Cats.] Vorige Volgende