2 Inhout vande privilegie.
1 |
geconsenteert: toestemming, vergunning gegeven |
2 |
geoctroyeert: het exclusieve recht verleend om te mogen drukken en uitgeven |
2-5 |
Ian Pietersz... Ghebroeders: De boek- en kunsthandelaar, drukker en dichter Jan Pietersz van de Venne (?-1625) vestigde zich in 1608 te Middelburg, waar hij het huis ‘Het Blau Laken’ kocht. Hij was in dienst geweest bij Adriaen van de Vivere en ging in 1618, het jaar dat hij zelfstandig werd, op de hoek van de Nieuwe Beurs in de ‘Schildery-winckel’ wonen. Dat Jan, zoals wel wordt verondersteld, de Sinne- en minnebeelden voor eigen rekening bij Hans van der Hellen liet drukken, vindt nergens steun; Cats zegt bovendien in een brief aan Huygens dat hij zelf de kosten heeft betaald (zie hoofdstuk 3 van de inleiding). Jan dreef, waarschijnlijk samen met zijn broer Adriaen, de drukkerij annex uitgeverij en kunsthandel. Op 1 mei 1620 werd Jan meester in het boekverkopersgilde en hij trad vanaf 1623 als zelfstandig drukker op.
Ook Adriaen vestigde zich te Middelburg. Hij had een schilderkunstige opleiding te Leiden gevolgd en ontwikkelde zich als een bijzonder verdienstelijk illustrator, dichter en schilder. De geïllustreerde werken die hij in samenwerking met zijn broer uitgaf, zijn van een druktechnisch bijzonder hoog gehalte. Hoogtepunten in hun fonds waren de Zeeusche nachtegael (1623) en Cats' Houwelyck (1625). Adriaen verhuisde na de dood van zijn broer naar Den Haag en de weduwe van Jan droeg de zaak korte tijd later over aan de boekverkoper Jacob vande Vivere.Ga naar eind8 |
7 |
Emblemata ende by-wercken: Wat precies tot deze ‘bijwerken’ (vgl. ook r. 30) gerekend werd, staat niet vast, maar in Proteus zijn, zonder nieuw impressum, meestal de volgende werken bijgebonden: |
|
|
Argumentum Phyllis & Anna. Met als illustratie een portret van Phyllis [a-f4; 46 pagina's]. |
|
|
Galathee ofte harder minne-klachte. Met vijf illustraties, waaronder een portret van Galathee [a-g4; 55 pagina's]. |
|
|
Emblemata moralia et aeconomica. Met vierenveertig embleemprenten [a-l4 m2; 91 pagina's]. |
|
|
Waarschijnlijk werden er, gelet op het document over het privilege waaruit hierboven werd geciteerd, ook Cats' Self-stryt en Tooneel van mannelijcke achtbaarheid toe gerekend (vgl. mc 1887 resp. 18, nr. 139; 6, nr. 43; 9-11, nrs. 72-73, 77-81 en 85; en 13-14, nrs. 97-98 en 103-104). In latere uitgaven komen deze werken vaak in één |
| |
|
band met de Sinne- en minnebeelden voor. Bij mijn weten werd Houwelyck altijd los van de emblemen uitgegeven. |
9 |
voorsz: ‘voorzeide’: voornoemde |
13 |
verbeurte: ontnemen |
15-16 |
soo ... verbeuren: Dit zinsdeel voegde Cats eigenhandig toe in de marge van de minuut (zie de opmerking hierboven in het inleidende gedeelte over het privilege). |
|
t'appliceren: aan te wenden, te bestemmen |
17 |
calagne (ook wel ‘calange’): de aangifte van dit strafbaar feit, aantijging |
20 |
hoochgemelte: hierboven genoemde |
22 |
anthonis de roda: In het zojuist aangehaalde, definitieve octrooi staat: |
|
|
Anthonis de Rode Vt. [Het octrooi] hebbende opt spatium het cachet [= klein zegel] derselver heeren Staten in rooden wasschen [,] onder stont ter ordonnantie van hoochgemelte heeren Staten Generael ende was onderteekent J. van Goch.Ga naar eind9 |
|
|
Anthonis de Rode (?-1634), legde op 11 juli 1615 eed af als advocaat van het Hof van Utrecht en werd op 24 september 1619 verkozen tot schepen en vroedschap van Utrecht. In 1619 en van 1630 tot 1633 was hij schepen en in 1630 werd hij genomineerd voor burgemeester, maar niet verkozen. Hij was vanaf 1 juni 1620 gedeputeerde bij de Staten-Generaal.Ga naar eind10 |
|
vt: ‘videt’: heeft het gezien |
23 |
Noch laeger stont: Deze opmerking (onder invloed van het in het octrooi omschreven ‘onder stont’) wil enkel zeggen dat de naam van Van Goch, die contrasigneerde, eronder stond. |
25 |
j. van goch: Johan van Goch (?-1637), burgemeester van Zutphen en van 1609 tot 1623 schepen. Hij was gedeputeerde bij de Staten-Generaal voor Gelderland (Raad van State, 24 maart 1611-13 juni 1616) en werkte eerst als adjunct-griffier (17 augustus 1621), later, als opvolger van Cornelis Aerssens, als griffier van de Staten-Generaal (6 oktober 1623-27 april 1628). Op 17 april 1628 werd hij benoemd tot thesaurier-generaal.Ga naar eind11 |
27 |
Pieter van Waes-berge: Zie voor Van Waesberge de annotatie bij de titelprent aan het begin van hoofdstuk 4. |
33 |
Catarina van Gein: Catharina de Gheyn, weduwe van Jan Pietersz van de Venne, was, volgens Meertens, een dochter van Jacob Jansz de Gheyn en dus een zus van de kunstenaar Jacob de Gheyn (1565-1629). Maar de relatie met het kunstenaarsgeslacht wordt inmiddels in twijfel getrokken. Catharina, die blijkens de toevoeging ‘Boelhouster’ de inboedel beheerde (totdat die onder de erfgenamen zou worden verdeeld), hertrouwde in 1627 met Huybert Ruyssaert. Hij hield waarschijnlijk de kunsthandel aan. Catharina zou de zaak overdragen aan de boekverkoper Jacob vande Vivere.Ga naar eind12 |
|
-
eind8
- Zie over de Van de Vennes o.a.: Ledeboer 1872, 312; E.F. Kossmann, De boekhandel te 's-Gravenhage tot het eind van de 18de eeuw [...]. 's-Gravenhage 1937, 426-427 (Bijdragen tot de geschiedenis van den Nederlandschen boekhandel, xiii); Meertens 1943, i.h.b. 218-221, 239-244 en 419-420; Briels 1974, 493-496 (met een - onvolledige - fondslijst); Porteman 1985; Royalton-Kisch 1988; Bol 1989; Van Vaeck 1992; Neugebauer 1993; en vooral Van Vaeck 1994.
-
eind9
- Ibid., fol. 99v. De Rode wordt vermeld onder de Personalia van de Staten als ‘President de heer Roode’ ('s-Gravenhage, Algemeen Rijksarchief. Staten-Generaal, eerste afdeling, nr. 12524, 22 maart 1625).
-
eind10
- Zie: Groot placaatboek vervattende alle de placaten, ordonnantiën en edicten der edele mogende heeren staten 'slands van Utrecht ... Utrecht 1729, iii, 183; N. Stellingwerff en S. Schot, Particuliere notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640. Deel ii. September 1623-mei 1625. Bewerkt door J.W. Veenendaal-Barth, m.m.v. A.A. Smit en V.L. Vree. 's-Gravenhage 1987, 546, nr. 1880 (rgp gs 200). Verder: Resolutiën der Staten-Generaal. Nieuwe reeks 1610-1670. Vijfde deel. 1621-1622. Bewerkt door J. Roelevink. 's-Gravenhage 1983, 814 (rgp gs 187); Resolutiën der Staten-Generaal. Nieuwe reeks 1610-1670. Zesde deel. 2 januari 1623-30 juni 1624. Bewerkt door J. Roelevink. 's-Gravenhage 1989, xi, en 636 (rgp gs 208). Met dank aan J. Roelevink en A.A. Schot te 's-Gravenhage.
-
eind11
- Zie over Van Goch: Th. van Riemsdijk, De griffie van Hare Hoog Mogenden. Bijdragen tot de kennis van het archief van de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden. 's-Gravenhage 1885, ii en 120; N. Stellingwerff en S. Schot, Particuliere notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640. Deel iii. Juli 1625-april 1628. Bewerkt door E.C.M. Huysman, m.m.v. A.A. Smit en V.L. Vree. 's-Gravenhage 1989, 584-585, nr. 3748 (rgp gs 206). Verder: Resolutiën der Staten-Generaal 1983 (op. cit., vorige noot), vii en 776 (rgp gs 187); en Resolutiën der Staten-Generaal 1989 (op. cit., vorige noot), viii, x-xi en 608 (rgp gs 208).
-
eind12
- Zie: Meertens 1943, 419-420 en noot 19; Briels 1974, 493; Van Vaeck 1992; en Van Vaeck 1994, 18-19.
|