eerste klagers wel de eerste gronden mochten geleyt hebbē tot de ongelegentheyt daer over de clach ten werden gedaen, hoe het immer wesē mach, jōcvrouwen en lōnge-liedē, dit werck raeckt u beyde gelijckelick, en niet-te-min y der in't by sonder.
Ende op dat V.E. sulcx met beter bequaemheyt doen mochtet, hebbe ic goet gevondē V.E. de ordre en stoffe vā dit werc in de volgende Tafelwel wil len voor oogen stellen, om in het corte te progen sien waer in de selve bestaet, en hoe ghy yēt, wat ghy wilt, lichtelick sult konnen vinden. Eygent het u liedē dā beyde met oordeel toe, en sijt gegroet van.
uwen gansch dienst willigen M. Havius.