Omnibus ansa rebus inest.
(Alles naar zijn eigen aard.)
Ghy, die teere boom-gewassen
Hebt te raken metter hant,
Doet het niet als met verstant;
Leert, hoe datje dient te passen,
Datje niet te stijf en grijpt,
Datje niet te vinnigh nijpt.
Vrient, daer is in alle saken
Daer op dient te zijn gelet;
Ieder heeft sijn eigen raecken:
Wie van passe grijpen kan
Dat is vry een handigh man.
Jonge maeghden, swacke dieren,
Vrouwen van gedwegen aert,
Dienen wel te zijn bewaert,
Ieder heeftse nau te vieren;
Grijpt hier niet als nae de kunst,
Biet hier niet als echte gunst.
Met de oiren grijpt men potten,
Schoone fruyten met de steel,
Vuyle boeven met de keel,
By de woorden vanght men sotten,
Stoute gasten by de mouw,
Bloode maeghden door de trouw.
proculus: Singulis actionibas aliud commaittunt, aliudque tempus ad hoc vel illud perficiendam: itaque cum Plauto commoditatis omnes articulos oportet scire, - nifi dextro tempore Flacci
Verba per attentam non ibunt Caesaris aurem.
epictetus: Habet res unaquaeque ansam suam, eâque apprehendenda ei, qui feliciter ca uti velit; scire enim quorsum quaeque res spectet, et quis ejusdem genuinus sit usus, non minima pars prudentiae est.