Alle de werken. Deel 1(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] Ijl, met wijl. De perse-boom, het vroegh gewas, Dat bloeyt gemeenlick al te ras, Soo dat het licht sijn bloem verliest, Wanneer het in de lente vriest. Een ander boom, na mijn verstant, Is wijser hout, als dese plant, Om dat het noit sijn loof en schiet, Voor dat het groene boomen siet. Het is beswaerlijck aen te gaen Dat niemant oit en heeft bestaen; Want wie'er pleeght een nieuwen vont, Die brant wel licht sijn hollen mont, En is'er dan een sneger gast, Die beter op de tijden past, Die siet men, dat de vruchten treckt Van dat een ander heeft ontdeckt; Dus ghy, die dit en gint bestaet, Siet datje niet te ras en gaet, En weest niet van te lossen aert, Maer let, hoe dat een ander vaert. seneca Agam. Proin quidquid est, da tempus ac spatium tibi: Quid ratio nequit saepe sanavit mora. seneca: Si quid bene sactum velis, tempori trade. statius: Da spatium tenuemque moram, male cuncta ministrat Impetus. ovid: Differ, hahent parvae commoda magna morae. Vorige Volgende