Amor humanae vite glutinum.
(Liefde de band van 's menschen leven.)
Siet, wat het vier vermagh: het doet de stege duygen
Sich voegen tegen een, en na de mate buygen;
Hoe seer de kuyper klopt, het vier is meer als dat,
Het vier verheelt het werck, en maeckt een bondigh vat.
Wat is van echte trouw, en van de rechter-handen?
Wat van het bruyts juweel en alle diere panden?
Wat is' et of de jeught gaet trouwen in de kerck?
't Is al maer water-verf, 't is al gebroken werck:
De liefde bint het volck, de liefde voeght de zielen,
Die sonder dat verbant in duysent stucken vielen:
Brengt liefde, soete jeught, ontrent de weerde trouw,
Want sonder dat behulp en is'et maer berouw.
ambros. de Oc. lib. 3.
Solatium hujus vitae est, ut habeas cui pectus tuum aperias, cui arcana communices, cui feereta tui pectoris committas, ut colloces tibi fidelem amicum, qui in prosperis gratuletur tibi, in tristibus compatiatur, in persecutionibus adhortetur.
Philippus Beroaldus in orat. in principio enarrationis Propertii:
Quod in navigio gubernator, quod in civitate magistratus, quod in mundo sol, hoe inter mortales est Amor. Navigium sine gubernatore labeseit, civitas sine magistratu perielitatur, mundus sine sole tenebricosus efseitur, et mortaliuni vita sine amore vitalis nou est.
Auteursrechtvrij
