Alle de werken. Deel 1(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Ter eeren van den hoogh-geleerden heer D. Jacob Cats, op sijne constrijcke sinne-beelden. Gelijck den Medecijn aerdsinnich doet bereyden Sijn bitter, heelsaem kruyt, met een versoeten schijn - Om, door een vroed bedrogh, den siecken aen te leyden Tot den bequamen wegh, als die onwillich zijn: - Soo gaet den wysen Cats ons ongetemde jaren Aenvoeren tot de tucht, door 't lock-aes van de Min, En brengt de wyse deught, die qualijck was te paren Met de bloetrijcke jeught, vermomt en sluypend' in; En leert, met aerdich dicht, hoe, met verloop van tyden, De Min tot Eeren-sucht, de Eer tot Godsdienst climt; En hoe de Deftigheyt en Geylheyt t'samen stryden, Hoe dat den laetsten stant den eersten overglimpt. 't En was geen dertel vier, 't welck hem heeft aenghedreven Te beelden in 't begin vrou Venus of haer kint; Maer, door een hooger Vier geprickelt, heeft beschreven Hoe dat de liefde Gods de weereltsch' overwint. Als hy in dicht en prent seer constrijck weet te malen, En drucken onsen aert en onse zeden af; Wel driemael dobbel eer moet hy te recht behalen, Die Zeelandt, op een dagh, een cleyne Weerelt gaf. L. PEUTEMANS. Vorige Volgende