De const van rhetoriken(1986)–Matthijs de Castelein– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende ¶ Snede oft clause zonder hende, of te wille. ¶ Tes al verganghelick datmen hoort oft siet, Zonder Gods groote liefde en eist al niet: Dus moet hem elc meinsche bouen al beminnen. Het buughd al vuer hem, ghelijck een riet, Hemel ende eerde, ia het helsche verdriet: Om hem te louene en cesseren gheen zinnen. Dominatien, Potestaten, ende Cherubinnen, Roupen altoos Sanctus drie weerf achter ganck, Al tshemels heercracht metten Seraphinnen, Als creatueren segghen hem lof en danck: Nemmermeer en slaept der Archangelen sanck, Hem ter eeren die duer ons de dood wilde smaken: Om hem te louene vald elck te cranck, Vvee, die hem verswijmd in dese zaken. Daer zyn zeuen violen vul vvraken, Ende vul Gods gramschap op elcken termijn: Om haer leuen te beteren mueghenzy wel waken, Die ondancbaer van Christus passie zyn. Op zulcke sal hy stroeien der violen venijn, [pagina 218] [p. 218] Tuughd d'Apocalips te zomigher spacien: Hy salse sturten tot haerlieder ghepijn, Op eerde, zee, ende fonteinsche natien, In de zonne, in de lucht, op eerdsche fundatien, In de vloed van Euphrates, dwatere vercoren: Al omme werden zy af ghesneen van gratien. Elck leue naer dees woorden ende wilze horen, Ofte doedy anders ghy werdt verloren. Vorige Volgende